Het blauwe bankbiljet van vijfhonderd frank spreekt het meest tot mijn verbeelding. De man met de blauwe baard belichaamt een zeer concrete koopkracht –vijf strips, een kleine set piratenlego– en is bovendien bereikbaar voor mij. Via een envelop van mijn grootouders vond hij de weg naar mijn spaarvarken, waar hij de hoogste plek inneemt naast zijn meer courante broers van honderd. Met zo’n biljet van honderd frank op zak ga ik brood kopen. Ik ontvang het brood en het wisselgeld, een voorspelbaar bedrag in tijden dat de gereguleerde broodprijs met één frank stijgt volgens de regelmaat van de opeenvolgende schooljaren. Ook het grotere, bruine biljet van duizend krijg ik geregeld te zien. Wanneer we op zaterdagavond met het gezin uit eten gaan in het italiaanse restaurant, volstaat het biljet met de violist-componist om onze maaltijd af te rekenen. Rond het groene biljet met de vijfvoudige waarde blijft tot op vandaag een zekere mystiek hangen. De moeilijk te bevatten waarde en het feit dat ik slechts af en toe een glimp kon opvangen van de priester-dichter die op het biljet prijkt hebben ertoe bijgedragen dat ik dit beeld nog steeds vasthoud in mijn herinnering: mijn vader die tientallen van de groene biljetten uit zijn hand neertelt op het bureau van de garagist bij de aankoop van onze nieuwe gezinswagen.
Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.
Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.