Brecht Fevery

Over Brecht Fevery

Ik ben een ingenieur met gevoel voor taal en een passie voor geschiedenis.

Zowel professioneel als in mijn liefhebberij (heemkunde oftewel de studie van mijn lokale geschiedenis) leg ik verbanden tussen informatiebronnen en licht ik zaken op een verstaanbare wijze toe.

Schrijven heb ik altijd gedaan, maar pas sinds najaar 2020 met de ambitie om te publiceren.

Teksten

Knikkertijd

Vandaag start de knikkertijd op school. Na een sperperiode die werd opgelegd door de directeur en gehandhaafd door de toezichthoudende leerkrachten, mogen de leerlingen knikkeren op de speelplaats. Tijdens de speeltijd brengen we onze zakjes en doosjes met knikkers mee naar buiten. Er zijn jongens en meisjes die hun waardevolle bolleket op de rand van een tegel leggen en erachter gaan zitten. Zij hopen een mooie opbrengst te halen door andere jongens en meisjes naar hun glazen kleinood te laten mikken van op een afstand uitgedrukt in aantal tegels. Vier tegels voor een gewone bolleket, zes of meer voor één met een speciale kleur - olies, planeten, piraten, smurfen. Knikkers schieten weg vanuit de kromming gevormd met de wijsvinger, gelanceerd door een flukse beweging van de duim. Sommige handen blijven hierbij mooi op de voorgeschreven afstand, andere handen schieten tot wel een halve tegel vooruit. Andere knikkers worden met een schuivende beweging losgelaten van tussen de toppen van duim en wijsvinger. Een knikker die in de juiste baan vertrekt, zijn koers aanhoudt en tegen de bolleket aanketst bezorgt de jonge eigenaar van de knikker een adrenaline rush. Er volgt een luidkeels geroepen “Ik heb hem!” en het opeisen van de bolleket plus één knikker. Immers, de knikker waarmee je raak treft - of stekt - mag je volgens de ongeschreven spelregels terug opeisen. Naargelang de opbrengst aan verschoten knikkers mee- of tegenvalt, blijft de vorige eigenaar van de bolleket tevreden dan wel ontgoocheld achter. Sommigen spelen het groot; een mini moet worden geraakt vanop een afstand van acht of tien tegels om zo een gespikkelde blauwe reus te bemachtigen, nog anderen vinden het gat in de markt: een set verroeste bielen uit versleten kogellagers levert de jongen een dagopbrengst van enkele duizenden knikkers op. Ik zie hem nog naar huis vertrekken met twee grote zakken en een waspoederdoos vol knikkers. Koning voor één dag. Dat schooljaar was de markt totaal verzadigd met verroeste, slecht rollende bielen. De dynamiek van de knikkertijd was fantastisch. Gedurende de eerste vijf jaren van de lagere school kon ik hiervan genieten, elk jaar opnieuw in de maand juni. Mijn broer en ik maken dagelijks afspraken over het budget aan knikkers dat we die dag meenemen naar school. ‘s Avonds voegen we de dagopbrengsten toe aan onze gemeenschappelijke verzameling, of we vergeven elkaars verliezen op broederlijke wijze. De herinnering aan het knikkeren op school brengt bij mij een uniek sentiment naar boven: de opwinding, het behoedzaam inzetten van middelen, het omgaan met winst en verlies. Net zoals een volwassene actief is op de financiële markten met eerder behoudsgezinde, dan wel risicovolle beleggingen. Merkwaardig genoeg stopte mijn knikkertijd niet omdat ik het spel ontgroeide, maar door een toevallige wending volgens de economische wetmatigheid dat devaluatie steevast volgt op overaanbod. In het jaar na de pensionering van de oude directeur kondigde een leraar van het vijfde leerjaar het begin van de knikkertijd aan met een nota in de agenda’s van zijn leerlingen. Op een moment ruim binnen de vroegere sperperiode. Nog precies één week werd er op onze school geknikkerd met de intensiteit van de voorgaande jaren. In de daarop volgende weken verminderde de interesse bij veel leerlingen en doofde de knikkertijd vanzelf uit om dat jaar niet meer terug te keren. En ook niet meer tijdens het volgende schooljaar, waarin ikzelf het zesde leerjaar doorliep.

Brecht Fevery
29 2

Ons Panini stickerboek

In het sigarettenwinkeltje op de hoek van het Simon Stevinplein koopt mijn vader onze eerste Panini stickers van het WWF thema “RED DE NATUUR”. Algauw volgen meer pakketjes met stickers en het bijhorende stickerboek. Dit is de start van een wekelijks terugkerende gewoonte. In mijn herinneringen komen mijn vader en mijn broer mij ophalen van de turnles, halen we pizza’s bij de italiaanse speciaalzaak en stappen we onderweg naar huis het winkeltje binnen om twee pakketjes stickers te kopen. Aanvankelijk kunnen we vlot de genummerde vrije plaatsen in het boek bekleven. Er zijn rechthoekige vakjes voor natuurtaferelen en ook uitsparingen met de contouren van dieren, planten en schelpen. Later leggen we een lijstje aan met de ontbrekende nummers. We trachten het lijstje in te korten met de inhoud uit meer nieuwe pakketjes of door te ruilen. Mijn broer neemt de stickers die we dubbel bezitten mee naar school en toont bij thuiskomst trots de zeldzame nummers die hij heeft weten te bekomen. Bijna dertig jaar later neem ik het boek opnieuw ter hand en sla het open. Op plaats één van het boek, in de rechterbovenhoek van de eerste bladzijde, prijkt de panda als vaandeldrager van alle bedreigde diersoorten. Binnenin staan bosbranden en oprukkende industrie afgebeeld als directe bedreigingen voor onze natuur. Ik zie beelden van milieuvervuiling door afval en in zee lekkende olietankers. Het cijfer driehonderdvijftig markeert een van de laatste lege plaatsen in het boek, linksboven in een vier-stickers-grote afbeelding van een energiecentrale die baadt in het avondrood. Ik tel de zegeltjes op de volle spaarkaart - vijftig stuks of één per pakketje stickers. Het retouradres op de spaarkaart is niet ingevuld. Ik stel vast dat we zo de mogelijkheid onbenut lieten om tot dertig ontbrekende stickers op nummer te bestellen aan een tarief van vier frank per sticker. Hiermee bleef ons stickerboek onvolledig, als een stil eerbetoon aan de spanningsboog die wij ruim een jaar lang aanhielden.

Brecht Fevery
36 1

Opleiding

burgerlijk ingenieur (UGent 2007)

Publicaties

'Het tragisch ongeval van apothekersknecht Joannes Kerckhof (Brugge, 1864)' in tijdschrift Brugs Ommeland, jaargang 61 (2021), p. 186-200.

https://nl.wikipedia.org/wiki/Oscar_Lagrou

'Gedichten van Oscar Lagrou uit Gits. Deel 1' in tijdschrift Erfgoed Roeselare, jaargang 11 (2022), p. 49-54.

'Gedichten van Oscar Lagrou uit Gits. Deel 2' in tijdschrift Erfgoed Roeselare, jaargang 11 (2022), p. 88-95.

'De beginjaren van wielersportvereniging De Bie, Gits (1921-1938)', in tijschrift Erfgoed Roeselare, jaargang 11 (2022), p. 160-176.

'Apothekerstaal uit de poederpapiertjes van Karel De Wolf' in tijdschrift Biekorf, jaargang 122 (2022), p. 86-96.

'Het receptenregister van Karel De Wolf in de periode 1913 tot 1925: een inkijk in de apotheek De Cleynen Thems', in tijdschrift Biekorf, jaargang 123 (2023), p. 17-35.

'Bakkerstaal uit de poederpapiertjes van Karel De Wolf' in tijdschrift Biekorf, jaargang 123 (2023), p. 416-430.

DAEMS, Bruno en FEVERY, Brecht. 'Klanken uit een Brugs verleden. Verzamelde teksten van apotheker en volkskundige Karel De Wolf', paperback, 258 p., 55 illustraties, uitgeverij Bibliodroom, Meulebeke, 2023, ISBN 978 94 647 8304 9.

'Beenhouwerstaal uit de poederpapiertjes van Karel De Wolf' in tijdschrift Biekorf, jaargang 124 (2024), p. 56-69.

'Brieven van Maria Lagrou uit Gits (2 en 3 november 1914, 19 en 26 november 1918)' in tijdschrift Erfgoed Roeselare, jaargang 13 (2024), p. **-**.

'En toen dronken we thee', paperback, 214 p., 1 illustratie, uitgegeven bij Skribis, Gent, 2024, ISBN 978 94 933 8805 5, NUR 301 (literaire roman).

Prijzen