Zijn plons doet een monsterhit verstommen.
De gasten staren verbijsterd naar de fontein die hun schoenen besproeit.
Champagneglazen halfvol, zonnebrillen scheefgezakt.
De zonderling sprong in het zwembad, de armen wijd, plompe watervogel.
Het geruite overhemd kleeft aan zijn ribben.
Grijs piekhaar drijft als een halo om zijn hoofd.
Even het ongemak om de wending, een overtreden regel in het menselijk verkeer.
Ze kennen zijn baldadige historiek. Te veel van de cocktail genipt, zal hij verdrinken?
Dan komt een traag gemurmel op gang. De drenkeling verkeert in zijn element.