De ijsvorst

11 dec. 2018 · 4 keer gelezen · 0 keer geliket

Er groeiden ijsbloemen op het venster van de zolderslaapkamer.
"Die kunnen we niet plukken,” vertelde Helena aan Meneer Konijn. “En zelfs al zouden we ze kunnen plukken, dan nog mocht het niet. De ijsvorst zou ons komen halen en ons opsluiten in zijn paleis.”
Meneer Konijn luisterde maar met een half oor. Hij had honger. Hij wilde ontbijten.
"Moet dat nu meteen?” zeurde Helena zachtjes, “Het is zo lekker warm onder mijn deken!” Maar Meneer Konijn drong aan en Helena voelde een plas opkomen.

Het geklater van haar water was het enige geluid in het boshuisje. Vader en moeder waren voor het krieken van de dag vertrokken. Tijdens de kerstvakantie bleef Helena alleen thuis terwijl haar ouders uit werken waren. Helena vond dat niet erg. Ze was al een grote meid.

Aan de keukentafel smeerde Helena een boterham. Ze sneed er de korstjes af voor Meneer Konijn. Meneer Konijn at dat graag. Het was ook goed voor zijn tandjes, zo maakte ze vader en moeder graag wijs.
Na het ontbijt keken ze samen in een groot prentenboek vol sprookjes. Helena vertelde wat ze zag en hij luisterde alsof hij het verhaal voor het eerst hoorde, al kende hij elk woord. Daarna maakten ze samen een tekening.

‘s Middags zette Helena een kommetje soep op het kolenfornuis voor zichzelf; ze serveerde een wortel voor Meneer Konijn. Door het keukenraam zag ze hoe het buiten begon het te sneeuwen.
"Kijk, Meneer Konijn!” jubelde ze, “De tuin en de vijver krijgen een sneeuwtapijt! Wat zou het leuk zijn nu buiten te spelen!”
Ze zuchtte: “Maar dat mag niet, want het is te gevaarlijk. De ijsvorst zou ons komen halen en ons opsluiten in zijn paleis.”

Meneer Konijn geloofde haar niet. Volgens hem bestond de ijsvorst niet. Het was een verhaaltje dat ouders hun kinderen vertelden om ze binnen te houden. Waarom zouden ze niet mogen buiten spelen? Als ze zich maar goed induffelden met een sjaal, een muts, wanten en een dikke jas, dan kon er toch niets misgaan?

Helena twijfelde en tuurde door het keukenraam.
“Kijk,” fluisterde ze plots, “Was dat daar een konijntje dat voorbijhuppelde in de sneeuw?”
Zie je wel, snoof Meneer Konijn: konijntjes zijn niet bang van de ijsvorst, waarom zouden wij dat zijn? Kom, laten we buiten spelen!

“Eet eerst je wortel op,” zei Helena, “Als mijn soep op is, denk ik er nog even over na.”

  ***  

De deur van het boshuisje stond open toen vader en moeder ’s avonds thuiskwamen van hun werk.
“Helena,” riep moeder in paniek uit, en ze haastte zich naar de kamer van haar dochter.
“Waar is Helena?” huilde ze vader een paar tellen later toe, “Ze is nergens te vinden in huis.”

Vader ontstak de lichten in de tuin en speurde angstig in het rond. Plots viel zijn oog op Meneer Konijn. Die zat bij de bevroren vijver in de kou.
“Nee, dat kan niet waar zijn!” vloekte vader.
Hij nam een grote sneeuwschop, liep naar de vijver en begon de sneeuw van het bevroren oppervlak weg te scheppen terwijl moeder bang bijlichtte.

“Daar is ze,” zei vader verslagen. In het licht van hun zaklamp keek hun dochter hen aan. De ijsvorst was haar komen halen en had haar opgesloten in zijn paleis. Ze was zijn prinsesje nu, een bloemetje onder een spiegel van ijs.

 

Wekelijkse schrijfopdracht schrijvenonline.org

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

11 dec. 2018 · 4 keer gelezen · 0 keer geliket