te Petit Paris, een ogenschijnlijk vroom gehucht bij Veurne, daar hield die hufter van een apotheker lelijk thuis
de foetus kwam er dan toch uit, de tang werd afgespoeld en Pietje de Eeuwige Dood mocht opnieuw verschijnen
hij was het danig moe om overal te komen waar weer leven werd ontnomen, mensentreurnis heerst in overmaat
het verliep altijd van lust over verderf kommer en kwel ontbering naar geweld, finaal de ondergang
één plank hebben we dan losgemaakt, de foetus naast zijn grootmoeder gelegd, het lijkenhout mocht schoon weer toe
toch moeten wij, zullen wij geraken in dat zeer beroerde Adinkerke, de grafkist viel nog niet uiteen, nog een geluk
sleuren zeulen slepen, lege magen norse hoofden, omwille van wat brandhout werd wij bijkans beroofd
uit de reeks 'Schrijfoefeningen voor de dood'