Er lijkt geen moment te 'willen' komen, dat er niets meer lijkt te gaan ontstaan,
en dit binnen een straal van 100 meter van je woonst.
Wat er naar je toe sluipt door het licht uit te doen,
want daar speel je een rol in: je persoonlijke zone,
en het budget ervan,
en meteen weer, alsof dat er ook nog bij kon,
lijkt alles met een zekere teruggehouden pose op je af te komen.
Alsof je daar om gevraagd hebt, alsof je om iets gevraagd hebt.
Stukken van een herinnering, maar dan hier.
Lokaal lijkt alles op satire,
omdat er elke keer weer de terugschakeling naar jou begint.
De zelfspot, de clown, als ik dan naar me terugkijk.
Maar niets weegt harder dan het besef van dat daar iets op zichzelf aan het gebeuren is.
Wanneer je terug komt, laat je een keer alles zijn eigen weg gaan,
zones drijven van je weg omdat ze je niet meer kunnen bevatten.
Dat wat je altijd al leek te weten, onttovert de pessimistische premisse die je met jezelf aanging:
dat dat wat terugkeert, altijd al hier is, om te blijven.