de sleutel
van het huis waar ik hoorde
miste ik de sleutel, onwijs
voelde als vuur mijn strijd
niet snel nam ik de benen
ook al miste ik er de clue
in sleutel lag antwoord
ook in die dorpel verhaal
die achterdeur, het tuinde
er weelderig voor schaar
snoei best knip machtig
maar ik kon niet binnen
er dorpel me te hoog
ook al blies ik er luid
stampvoette ik strijd
en straatstenen tot mul
ik bleek te verzanden
voor inbreken, leek ik
zelfs aan die achterdeur
stond ik te mekkeren
als dat onnozele schaap
zwart weelderig krullig
meer voer voor snoeischaar
te machtig werd me het
ik blies nog één keer luid
en droop stampvoetend af
tuintegels toch al oneffen
het deed me pijn, teveel
vuur was en grote teen
me te weelderig blauw
nog van die vorige stamp