De stand van de middenstand part II

7 nov 2023 · 12 keer gelezen · 0 keer geliket

Karolien hoorde het slot klikken. Ze probeerde nog een spurt tot de deur maar haar vermoeide benen sneden haar de adem af. Gespannen keek ze rond zich heen. Omgeven door karkassen zakte de moed haar in de schoenen. Een koelcel openen van binnenuit kan niet. Er was niemand meer in de winkel of het atelier en thuis wachtte niemand. Haar ouders zouden haar op termijn wel beginnen missen, daar was ze zeker van en sowieso: als de beenhouwerij morgen niet opengaat en de eerste klanten, altijd dezelfde klanten, voor een gesloten rolluik staan zal er alarm geslagen worden. Allemaal te laat natuurlijk. Tegen die tijd zou de kou die zich als een sluipmoordenaar rondom haar manifesteerde haar helemaal hebben ingepalmd.

Zoals een zeeman een zeemansgraf krijgt zo krijg ik ook wat me toekomt met deze mindere tijding, dacht Karolien. Omdat ze de koude voelde dacht ze onwillekeurig aan ijsberen. Ze dacht, beroepsmisvorming, in één moeite door wat er met een ijsbeer te doen viel. Zou ze er paté van kunnen maken? Ijsberenpaté. Heerlijk op een toastje tijdens de feestdagen. Ze moest lachen bij die gedachte. Ijsberenpaté verkoopt niet, daar was ze zeker van. Geef het kind een naam en het verkoopt, zei haar vader steeds. Haar pa was ook een beenhouwer geweest, een spekslager feitelijk. Zij was enig kind, het lag voor de hand dat zij de zaak over zou nemen en zo gebeurde ook. Na haar opleiding in Maria Spermalie te Brugge begon ze te werken bij vader. Stiekem droomde ze van een traiteurzaak maar daar kon volgens hem geen sprake van zijn. Niemand zat te wachten op steeds dezelfde, veel te zoute en anderszins weinig smaakvolle schoteltjes. De magnetron was een hype die dra over zou zijn. Traiteurs hadden geen toekomst. Wel mocht ze een nieuwe naam voor de slagerij bedenken. ‘Het gewassen varkentje’, doopte ze haar eigen zaak. Ze vond het jammer de iedereen in de buurt toch bij Versluys bleef zeggen. Haar vader, Erik Versluys, had destijds geen moeite gedaan om een originele naam te bedenken.

Ze zag haar adem wolken. Ze stelde zich voor dat ze een schoorsteen was. De gedachte alleen al maakte dat ze het iets warmer had. Een schoorsteen in een voor het overige volledig bevroren omgeving hoe zou die zich voelen? Eenzaam waarschijnlijk. Karolien was ook eenzaam, ze gaf het voor het eerst toe. Niet enkel nu. Al een hele tijd. Tussen mes en vlees zit weinig menselijke warmte weet Karolien. Ze was graag bemind geweest door een man. Een sterke kerel die haar zacht op het bed legt en met zijn liefdesdolk haar vurige onderwereld ontsteekt.

Terwijl ze zich een beeld probeerde te vormen van hoe die man er uit zou moeten zien, wreef ze over het karkas van een varken. Alles aan dat karkas was stijf. Stijf en hard. 
Ze wilde iets hard. 
Ze wilde iets hard in haar. 
Diep in haar, wilde ze. 
Dieper en dieper
en 
sneller en sneller.

Ze hijgde, ze krijste als een gnoe. 
Bij de laatste slag blies ze haar laatste adem uit, met wat rest van het ooit fiere dier nog in haar.

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

7 nov 2023 · 12 keer gelezen · 0 keer geliket