‘Moet u niet werken?’ duwde de zorgvuldig gestapelde gedachtestenen van Ernst van Dealenmaete omver, ‘u staart al zeker een uur het raam uit,’ schopten de stenen zo door elkaar dat hij niet meer wist wat in zijn hoofd omging en geërgerd monsterde hij een rossige, gedrongen man van middelbare leeftijd die zijn handen afveegde aan een blauw houthakkersshirt. Tussen de knieën klemde hij een dikke zwarte leren map en deze stak hij, na het afvegen van zijn handen, onder zijn linkerarm.
‘Ik kwam van het toilet en ik dacht zo, laat ik mezelf introduceren: John Voorduk.’ De toiletganger stak zijn hand uit. ‘Mijn vrienden noemen me Dukkie.’
Ernst negeerde de hand en probeerde zijn gevallen gedachten bij elkaar te sprokkelen en terug te stapelen.
‘U heeft een hokje met Wifi gehuurd en dan denk ik automatisch: wat zou zo’n degelijk gekleed heer voor werk doen. Wij digital nomads moeten elkaar leren kennen vind u niet?’ ratelde John door, zijn rechterhand doelloos voor zich uitgestoken. ‘Op maandag en woensdag huur ik meestal de eerste kamer bij de receptie.’ De uitgestoken hand zwabberde naar het einde van de gang en verdween daarna in de zak van zijn verschoten spijkerbroek. ‘Dinsdag en vrijdag werk ik vanuit Hotel Emsvaart, kent u dat? Wifi is niet zo goed als hier, maar de koffie is beter én veel interessante mensen.’ Hij knikte tevreden. ‘Het nadeel is dat je aan een tafeltje in de lobby moet werken, voor een meeting moet je apart een zaaltje reserveren.’ Hij keek weer naar Ernst. ‘Ik zie u denken, wat doet deze jongen op donderdag? Dan werkt onze John, Dukkie voor u, lekker thuis: mijn moeder gaat eerst naar volksdansen, dan koffie drinken met haar vriendinnen en ‘s middags de stad in, heb ik de hele dag het huis voor mezelf. Maar u heeft nog helemaal niet verteld wat u doet.’
‘Ik dacht na,’ zei Ernst, ‘en u stoorde mij.’
‘Ah, mijnheer is intellectueel.’ John legde de zwarte map op tafel en klopte op een fluoriserend groen logo met in oranje letters “Crea Commerce”. ‘Zelf werk ik in de creatieve sector in combo met commercie. Social Channel Sales en dergelijke. Kan ik voor u ook doen, marketing… én online content genereren… doe ik ook. Hij ritste de map los en vouwde deze open. ‘Voorbeelden zien wat ik voor u kan betekenen?’ Hij bestudeerde Ernst en concludeerde: ‘U heeft een website nodig, of een upgrade van uw bestaande, dat zie ik zo. Uw soort werk heeft een stevige virtuele presence nodig. Wat doet u ook al weer precies voor werk als ik vragen mag?’
‘Ik ben schrijver.’ Ernst was zijn gedachten kwijt, de laatste stenen verkruimelden in zijn hoofd.
‘Moet u dan niet typen?’ John wees met typbewegingen van beide handen naar de dichtgeklapte Lenovo model 2014 van Ernst. ‘Dat doen schrijvers toch?’ Hij schoof de laptop naar zich toe. ‘Overigens, zal ik mijn creaties online laten zien? Beter dan op papier vindt u niet?’ Hij klapte de laptop open en vroeg: ‘Wachtwoord?’ Ernst duwde de laptop weer dicht.
‘Analoog he? Dan had ik u toch goed ingeschat.’ John knikte voldaan. ‘En denker. U schrijft filof…, filosi…, filosofie neem ik aan?’ Hij rommelde in de map en pakte een stapeltje fel gekleurde bladen met fotos, tekst en dikke strepen.
‘Verhalen.’
‘Denkt u daar over na? Om een verhaal te maken moet u toch typen?’
‘Ik construeerde een scène.’
‘Ah! Een filmschrijver. Dan heeft u helemaal een pakkende website nodig. Voor je “Hollywood” zegt, heb ik een website voor je in elkaar geknutseld. Mag ik je zeggen? We doen tenslotte bijna zaken.’ John spreidde bladen met ontwerpen van websites voor een Opel Manta vereniging, gebreidetruien.eu, een yogaschool, een wiki over modeltreinbanen en een senioren hardrenclub, op tafel uit. ‘Wat aansprekende voorbeelden, speciaal voor degelijke old-school heren.’ Hij roffelde met zijn knokkels op tafel en eindigde met een klap van beide platte handen. ‘Zijn ze gaaf of niet?’
‘Elk verhaal heeft scenes.’ Ernst zuchtte diep. ‘Het is een afgeronde deelvertelling met een eenheid van plaats en tijd. Met een begin, middendeel en eind.’
‘Aan wat voor scene dacht je?’
‘Een schrijver die gestoord wordt en iemand met een steen de hersens wil inslaan.’
‘Een Crime Story, insane! Hoe loopt het af?’
‘Wij schrijvers hanteren het adagium: “Show, don’t Tell”. Als u een steen zoekt, show ik het einde.’
Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.
Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.