Soms denk je dat je goed bezig bent. Dat je als moeder alles doet voor je kind met autisme. Soms denk je dat je faalt en dat door andere mensen. Waarom denk je nu?
Je gaat op reis wetende dat je kind overprikkeld zal worden en zich dan zal afzonderen in zijn eigen wereld. Dat je kind bijna tot niets zal willen eten, omdat dit jammer genoeg één van zijn problematieken is van zijn autisme.
Alles gaat behoorlijk goed eenmaal aangekomen op de vakantiebestemming, hij doet het goed. Er zijn nog twee kinderen met autisme en zij stellen het ook goed.
Maar dan komt het moment dat hij moet eten. Het moment van zijn grootste struikelblok. Hij wil niet eten, hij weigert ,maar neemt na een lange tijd toch een hap. (Ja de overwinning voor mama, hij heeft een hap genomen, hij heeft gegeten onder druk. Wat voor hem moeilijk is.Een strijd die we al lang hebben verloren: "De strijd van het voedsel.")
En dan hoor je die woorden die je niet wil horen. Wel niet tegen jou bedoelt want je staat om de hoek net klaar om binnen te wandelen. 'Bij mij zou dit geen waar zijn.' Je voelt jouw falen terug opkomen, iemand weet het beter. Maar ik weet één iets, ze weten het niet beter. Ze zouden mijn zoon een week bij zich moeten hebben dan zullen ze zien wat voor een dagelijkse strijd ik moet aangaan. Dan zullen ze zien dat er ook kinderen zijn met autisme die zich niet volproppen met van alles wat ze lusten (omdat zij enkel deze vorm van autisme kennen). Dan zullen ze zien dat "De strijd van het Voedsel" in de handen ligt van het kind met autisme en iedere kleine hap van nieuwe en oude dingen die in de categorieen "dat lust ik niet" of "dat ken ik niet" liggen, een overwinning zijn voor vele ouders met kinderen met een eetprobleem.
Eén iets weet ik zeker. Ik weet dat ik goed bezig ben en blij ben, dat mijn omringende vrienden en familie mijn zoon kennen en aanvaarden.
Deze mama zal "de strijd tegen het voedsel" nooit helemaal winnen, maar iedere kleine overwinning is een grote zegen die ik met open armen aanvaard.