ik ben feilloos flamboyant:
een papierplooier
ik plooi papier tot bootjes
vaar ermee tussen zeekoeien
ik vouw vliegtuigjes
vlieg ermee tussen suikerwolken
ik doe het
jij doet het ook
maar we praten er niet over
sinds de dag dat de tandarts
in mijn oor heeft gelikt
omdat hij het ook deed
en er wild van werd
dat wij plooiden
zo vouwen wij nu
en niemand mag het weten
alleen ik weet het
en jij, want jij doet het
ik doe het
(en de tandarts ook)
maar we praten er niet over