Deometrie

27 feb 2018 · 28 keer gelezen · 0 keer geliket

‘God is een zeshoek, denk ik’.

Met die woorden was hij deze ochtend op een bijna verontschuldigende toon zijn betoog begonnen en zoals verwacht had de zaal onmiddellijk op zijn kop gestaan: de kardinalen hadden ‘heiligschennis’ geschreeuwd en haastig een kruis geslagen, terwijl hun orthodoxe tegenhangers verschrikt hetzelfde deden, maar dan in tegengestelde richting. Boeddhisten schoten in een meditatieve lotus-kramp, Hindoe’s protesteerden luidkeels vanop de eerste rij door de heilige lettergreep Om te zoemen en de leden van de Joodse delegatie grepen in paniek naar hun tsietsieten. En aan de overzijde van het gangpad waren sjiieten en soennieten het voor één keer roerend met elkaar eens waardoor allerhande bloeddorstige fatwa’s hem krijsend om de oren vlogen. Alleen de atheïsten achteraan konden hun plezier niet op toen ze het pandemonium overschouwden dat zijn bewering teweeg had gebracht, hoewel ook zij onder elkaar meewarig hun ogen ten hemel sloegen over zoveel naïviteit.

Onverstoorbaar had hij echter doorgewerkt, regelmatig naar Jezus, Mohammed en Lao-tze verwezen, en er Aristoteles, Al-Chwarizmi en Descartes bijgehaald om de woorden van de profeten mathematisch te onderbouwen. Zijn bewijsvoering had uren aangesleept en de grond rondom hem lag allengs bezaaid met de vele schoenen, keppels en rozenkransen die hem naar het hoofd waren geslingerd. Slechts heel langzaam was de heksenketel tot bedaren gebracht en het contrast met de doodse stilte die aan het einde van de dag over de aula neerdaalde, kon dan ook niet groter zijn. Je kon een speld horen vallen toen hij zijn handen aan zijn stofjas afwreef en zijn voordracht besloot met de woorden ‘Quod erat demonstrandum’.

Grijnzend had hij vervolgens naar de aanwezigen gekeken die als van de geometrische hand Gods geslagen naar de eindeloze reeks ingewikkelde wiskundige berekeningen en figuren staarden, die hij met zijn krijtjes op de manshoge schoolborden had gekalkt. De ongelovigen was het lachen vergaan, zelfs al verborgen de christenen hun asgrauwe gezichten van schaamte in hun handen en biggelden er dikke tranen van berouw over de wangen van de moslims. Brahmanen, shinto-priesters, Zevendedagsadventisten: allen zaten ze wezenloos voor zich uit te kijken tot tenslotte een verdwaalde Anglicaan verslagen zijn hand opstak en vroeg: ‘Wilt u daarmee zeggen, dat we allemaal fout zaten?’

‘Daar lijkt het toch op’, luidde zijn droge antwoord.

‘Maar wat moet er dan van ons worden?’, riep een Mormoonse schriftgeleerde wanhopig.

Schouderophalend suggereerde hij: ‘Misschien kan ik u een A4-tje meegeven met daarop wat simpele formules om uw tijd mee te vullen?’ Tevreden zocht hij zijn spullen bij elkaar: vrede leek dan toch mogelijk op aarde. Maar net toen hij de verlichten naar huis wilde sturen om de blijde boodschap te gaan verkondigen, nam de zwijgzame Satanist het woord: ‘Meneer’, zei hij, ‘u heeft me overtuigd: God is inderdaad een rode zeshoek’.

Het was een meesterzet, want al snel rolden de religieuze leiders, ook tot hun eigen blijdschap, weer vechtend over straat. De zeshoek kon namelijk niet anders dan blauw zijn. Of beter nog: van klei! Dan konden ze Hem tenminste kneden naar hun eigen opvattingen.

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

27 feb 2018 · 28 keer gelezen · 0 keer geliket