E403 is een speciaal poeder en er is de man met zijn brommer. Elke dag, ook op zon- en feestdagen, doet hij met zijn kawasaki hetzelfde traject. Meermaals.
Hij vertrekt stipt dertig minuten na zonsopgang vanuit zijn woning te Loppem en aan Het Grote Klaverblad neemt hij richting Kortrijk. Zijn bestemming is simpel, het Volgende Grote Klaverblad. In de buurt van Aalbeke is dat.
Daar maakt hij rechtsomkeer, al moet hij daarvoor op dat klaverblad twee net geen volledige rondjes rijden van elk 270°. Hij voegt dan weer in en broemt terug richting Brugge met dat poeder in die twee bakken, bevestigd achteraan de brommer, één aan elke zijde.
Velen zullen zijn machien een moto noemen, maar daar doe ik niet aan mee. Ik heb een hekel aan het geluid van brommers, laat staan van moto's en ook aan die man zelf heb ik de pest, want hij versnelt bederf.
Hij werkt in opdracht van de Vlaamse Overheid en het poeder is ontwikkeld aan de Universiteit van Gent. E403 dient om dierenlijken sneller te doen ontbinden. Verder verricht het geen schade, niet aan de natuur, noch aan de mens.
Het voorstel om dergelijk middel te laten ontwikkelen komt van Diana Hostiekindt. Zij is tweede schepen te Roeselare. Ze is goed bevriend met minister Nathalia Muyldoeck. Natuur, ook wonen behoren tot de bevoegdheden van Diana. Bovendien doctoreert haar oudste zoon aan de UGent. In de scheikunde. Zijn voornaam is Jabir, zijn familienaam onbelangrijk.
Jabir is een pienter baasje en toen nonkel Marcel op de babyborrel van Diana's derde kleinkind kloeg over het grote aantal vliegen in zijn doening, dan wist Jabir het.
Marcel woont op tweehonderd meter van de autostrade. Vliegen zijn eerst maden. Ze worden vliegen in beesten. Dode. Lijken van dieren die op of langs de autostrade liggen. Platgereden. Of half.
Die vliegen komen dan af op de hondenkak rond de villa van Marcel. Diana had eerst nog cava doorgeslikt, daarna gezegd dat zij daar iets aan konden doen, want er waren al meerdere klachten neergelegd bij de gemeente.
Met zij bedoelde ze een triumviraat. Nathalia Muyldoeck, Jabir en zichzelf. Jabir had instemmend geknikt, uitgelegd aan nonkel Marcel dat hij er al mee bezig was, want er zijn inderdaad grote nadelen verbonden aan trage desintegratie, aan de miserie gekoppeld aan ongecontroleerde ontbinding.
Ik citeer slechts zijn woorden, want ik zou het zelf niet kunnen verzinnen. Het schrijven ervan is al erg genoeg. En toch. Het wordt goed geacht dat ik dit relaas publiceer, dat ik het ganse verhaal doe van die man, van zijn brommer met die zelfklever.
Het is een sticker. Met een halve leeuw. Bartje wilde er ooit één als huisdier. Helaas. Dat mocht niet, maar E403 op kadavers strooien langs de snelweg, dat mag wel. Daar is zelfs geen regelgeving voor. Als alle richtingaanwijzers van de kawasaki maar pinken wanneer de man stopt en hij moet, als dat kan, zijn brommer in het gras parkeren, rechts van de pechstrook.
Hij heeft ook een telescopische stok met haak die tot aan de linker rijstrook reikt. Hij kan daarmee dode beestjes tot op de pechstrook slepen en hij opent dan één van de bakken die aan de kawasaki hangen. Hij schept er voldoende E403 uit en strooit het op het kadaver.
Dat is zijn werk. Hij doet dit elke dag. Van dertig minuten na zonsopgang tot aan de schemering. Alleen als het sneeuwt. Dan blijft die motard met zijn brommer thuis. Dat is zo afgesproken. Want het is onmenselijk, het is zot en ondoenbaar om onder elke bult bedekt met sneeuw een kadavertje te zoeken.
In ieder geval, en dat blijkt uit metingen, is het aantal vliegen in de buurt van die snelweg sinds de invoering van de kawasaki met E403 sterk verminderd. Ik citeer hiermee nogmaals Jabir. Het is tegen mijn goesting, maar het moet, voor het begrip van mijn twee lezers.
Misschien wonen zij of één van beide langs een autostrade en dan kunnen zij daarover meepraten. Over het lawaai. Over het zwerfvuil. Over mannen op zoek naar een pompstation waar men ook jerrycans verkoopt. Ja, en het mag ook gaan over die blote meiden, over al die moderne boerinnen, over al die naakte vrouwen met een frisser thuisberoep die telkens weer komen beweren dat de ganse wasdraad leeggeplunderd werd door een man op een kawasaki.
Net op naturistendag, wanneer je eindelijk eens alles 'toope kunt wasschen' en meer weet ik niet. Het is een zoveelste litanie van de kreupele. Prudence zegt dat het geen kwaad kan, als ik zoiets opschrijf. Als ik mijn zinnen maar kan verzetten. Als ik de namen maar verander. Voor de veiligheid.
Dat zegt ze altijd en ze zit vandaag poedelnaakt in mijn kamer, in de éénpersoonsfauteuil met die vele flosjes onderaan. Ze drinkt van mijn thee. Iets wat ze nooit doet en ze zetelt met opgetrokken benen. Terwijl ik niet zo houd van ros schaamhaar. Ros lijkt dunner en ik zie te veel. Het is een aanslag op het verlangen en ik vraag haar om weg te gaan.
Niet naar buiten. Het is daar koud en bar. Het sneeuwt. Zalving en redding. Alles dwarrelt uit de lucht en de deur is gesloten. Ze kunnen niet binnen. Tanguy niet, de kreupele niet, en poedersneeuw mag het zijn.
Ja. Zacht en dun. Zo fijn als E403 en ze gaan liggen. Tanguy en de kreupele. Op veilige afstand van elkaar. Op de rug. Maken ze armbewegingen. Gelijk de meest lompe vlinders. Wat nog ontbreekt. Zijn hun kadavers.
uit de reeks 'Residu'