Een aap en zijn bananen aka Cafépraat

3 aug. 2015 · 19 keer gelezen · 0 keer geliket

“Je kunt een hongerige aap zijn bananen niet zomaar afpakken.”
Ik zette mijn pint terug op de toog en keek mijn beste vriend Mark niet begrijpend aan. Had ik iets gemist in onze conversatie? Waar en wanneer zijn we over apen begonnen? Schrap die vraag en vervang het door een belangrijker raadsel: wanneer zijn we over bananen begonnen?
Nu, ter mijner eigen verdediging... ik was op dat ene cruciale punt van iedere gezellige avond aanbeland waar ik een beetje moeite had om een gesprek te volgen.
“Hoe bedoel je?” Vroeg ik, zo nonchalant mogelijk en in de hoop dat ik niet liet merken hoezeer ik de draad kwijt was.
“Awel, uw eten laat je je niet zomaar afpakken. En ge moet stapelzot zijn om zo'n aap te ambeteren. Die beesten zijn ijzersterk en hun hoektanden zijn scherper dan die van gelijk welke vleeseter.”
Ondanks een zeker alcoholpercentage dat door mijn lijf gutste, begon er in mijn hoofd een uiteenzetting over Darwinisme vorm te krijgen. Ik stond op het punt om aan mijn betoog te beginnen toen ik merkte dat ik een schoolbord en gekleurde krijtjes nodig had. Ongecontroleerd ging ik van: “Euh...”
Dat was het teken dat Mark nodig had om verder te gaan met zijn verhandeling.
“Duiven daarentegen zijn helemaal anders. Die eten totdat ze ontploffen. Ofwel eten ze teveel, hun maag scheurt en de duif zegt splut. Ofwel eten ze iets dat ze niet kunnen verteren, dat blijft in de maag zitten die daardoor scheurt en de duif zegt...”
“...Splut?”
“Heel juist, wat moet je nog drinken?”
“Een groene cola...” Stamelde ik. “Maar weet je dat een duif zijn calorieën...”
Voordat ik mijn uiteenzetting kon afwerken kreeg ik mijn groene cola en moest er geklonken worden. De cola smaakte me niet, maar ik had nu eenmaal het besluit genomen om naar huis te stappen in plaats van te strompelen. Ik dronk de cola snel op en bestelde me een tweede.
“Een olifant kun je niet voor je kar spannen.” Verklaarde Mark.
Mijn tweede cola besloot op dat moment om een bezoekje te brengen aan mijn sinussen.
“Pardon?” Terwijl ik de cola uit mijn neusgaten probeerde te snuiten.
“Ten eerste is dat een wild beest en wilde beesten kun je, of beter gemompeld, mag je niet temmen. Ten tweede vreet zo'n beest de oren van je lijf. Het zou beter zijn als dat beest zijn eigen oren opvrat...”
Hilariteit alom en we lachten zo hard dat de drank moeite had om in het glas te blijven. Mark hikte nog na terwijl hij verder vertelde.
“En ten laatste, je kunt een walrus geen harnas omdoen.”
Ik was de weg weer eens kwijt. Niet voor het eerst deze avond en, Algemeen Gesproken, ook niet voor het laatst.
“Hadden we het niet over olifanten?”
“Olifanten, walrussen, walvissen en dolfijnen. Allemaal dezelfde beestjes! Ze zijn allemaal...” Mark had/deed (schrappen wat niet past) heel veel moeite om zijn vingers te verstrengelen.
“... interwinnend.”
“Ah ja, DNA.” Ondanks zijn gebrekkig Engels wist ik wat Mark bedoelde.
“Neen, neen. Het gaat veel dieper dan dat.”
Terwijl ik weemoedig mijn cola verder opdronk, beschouwde ik de religieuze toer die deze discussie onherroepelijk opging.
“Alles is met alles verbonden: de planten en de dieren.”
“Fauna en Flora?” Hielp ik Mark.
“Ja, die ook. Ik zie dat ge mee zijt.”
Ik begon aan mijn derde groene cola terwijl ik dacht dat deze conversatie misschien beter te volgen kon zijn mocht ik laveloos, stomdronken en/of poepeloere zat zou zijn.
Dat zou echter zonde zijn van die cola, nu ik die toch had. Vol vuur ging Mark verder met zijn redevoering.
“Ja, ge moet weten dat diep van binnen alles met elkaar verbonden is door een mysterieuze, bijna goddelijke kracht.”
“Bijna goddelijk? Ruimtewezens misschien?”
Mark negeerde mijn laatste opmerking, omdat hij niet meer wist van welke parochie hij was.
“Neeje, biochemie!” Gilde hij zacht.
“Ah...” Was het enigste dat ik kon uitbrengen. Het besef groeide dat niet ik, maar Mark de draad volledig kwijt was.
“Ja! Ge weet wel... met zuren en carboniet.”
Nu was ik het zeker! Mark was niet alleen zijn draad, maar ook zijn bobijn kwijt. Mijn blijvend stilzwijgen was de enigste aanmoediging die hij nodig had om verder te orakelen.
“De mensen snappen niet dat alles is verbonden met elkaar. Het holistische wereldbeeld is verketterd en vergruisd. Het verband tussen probleem A en probleem B is weggecijferd. Als je A oplost vergroot probleem B en krijg je een nieuw probleem C. En weet je wat het grootste probleem van al is? Weet je wat het ergste is dat ons kan overkomen?”
Ik schudde mijn hoofd. Ik wist gewoonweg niet meer welke kant dit gesprek uiteindelijk uitging.
“Na de letter Z zijn de letters op en dan is het gedaan...”
Ondanks alle rumoer, werd het stil tussen Mark en mij. We lieten de laatste woorden tussen ons in hangen. Ik zocht naar de verborgen, diepere betekenis van wat Mark net had gezegd. Hij was geschrokken van zijn eigen woorden. Ik bestelde voor ons beiden een verse pint en terwijl ik zijn leeg glas voor een vol omwisselde, keek ik Mark aan en zei:
“Je kunt een hongerige aap zijn bananen niet zomaar afpakken.”

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

3 aug. 2015 · 19 keer gelezen · 0 keer geliket