Vandaag schreeuwt je moederziel en alleen de oren in, waarna je weer even kan ademen: er is groen en licht genoeg, alsof je ochtenden vreedzaam en natuurlijk verlopen.
Er is genoeg dat schreeuwt.
Er is blauw dat fluistert.
Er is mijzelf die vertelt.
Vanaf dan begint een leven. Poëzie wil altijd een leven beginnen te leiden; al wat je kan doen is het doen ontbolsteren uit pure verbetenheid.
Ik ben gepassioneerd omdat ik meer van het gedicht wil.
En plots kan het lijken alsof we uitbollen, kracht verliezen.
En ik ben dan nog jong. Ik word mid 20s begin December.
Oud komt snel genoeg, jongen.
Dit is het gedicht te veel over mezelf.
Op dagdagelijkse basis ventileren over jezelf, wie neem je daarin mee?
Jou alvast, gedragen op mijn vingertoppen, geleid ik ons de energie in.
Of de geschiedenis in; het is hoe je het wikt of keert, dat de onze namen legendarisch kunnen worden.
Je kijkt naar jezelf in de spiegel en verwacht iets.
Niets gebeurt, totdat de achtergebleven jou een teken geeft, en je iets lijkt te willen toevertrouwen.
Ik ben op een missie omdat ik meer uit mezelf wil halen dan het gedicht, en dat besefte ik zonet.
Je kan jezelf al lachend nakijken, de spiegel in of uit, of vereeuwigd geworden hoopje mens, ontdaan van een vergeten bestaan.
Zo worden wij soms ook eens niet vergeten.