we naderen een stukje zolder dat midden in de ruimte staat, hij is al weg maar ik blijf staan bij de tafel en stoel onder een laag stof, de strepen zon op de muur zijn warm, een voelbare uitnodiging te gaan zitten, stel je voor dat de frambozen opnieuw kleur krijgen terwijl ik kijk, van metaalgrijs naar roze in sequenties, het knipperen van mijn ogen heeft effect op de wereld buiten mezelf, ik blijf me afvragen wat hier is gebeurd tijdens de nacht, omdat bezoekers niets mogen aanraken laat ik me raken door het stilleven, gebukt neem ik op kindhoogte deel aan de transformatie, mijn pop ligt op schijnbaar vredig op haar buik maar ze lijkt tegen één van de poten gesmakt door een kracht, een hand van god zet duim en wijsvinger in beweging waardoor een lamel verder opent, hij glimlacht en zegt: kom je? Er is nog zoveel te zien.
Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.
Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.