Ouder dan zeven zal ze niet geweest zijn.
Ze was tot over haar oren verliefd op een jongen uit haar klas.
Zijn naam is ze al lang vergeten
maar ze weet nog goed hoe ze op een avond
haar kleurpotloden zorgvuldig sorteerde van donker naar licht
en daarna haar verfpotten openschroefde.
Ze doopte haar vingers gulzig in de verf.
De tekening kreeg een felle gloed net zoals het gevoel
net zoals wanneer ze aan de jongen dacht.
De volgende ochtend was de tekening droog,
ze rolde hem op en deed er een kleurig elastiekje om.
Op weg naar school hield ze hem voorzichtig in haar hand.
Zo meteen op de speelplaats zag ze de jongen.
Met enkele andere jongens vloog hij in formatie,
hun armen waren als vliegtuigvleugels gespreid.
Ze telde stilletjes af. Ze kneep haar ogen dicht terwijl ze hem riep.
Hij keek verbaasd op en aarzelde even voor hij zijn formatie verliet.
Ze stak de tekening naar hem uit. "HIER!" zei ze.
Het was absoluut niet de meest indrukwekkende introductie die ze bedenken kon
maar in dat ene woord zat de spanning samengebald
in dat ene woord zat alles wat ze hem zeggen wou.
Hij deed het elastiekje eraf en bekeek enkele tellen lang
wat zij voor hem had gemaakt.
Toen gaf hij haar de tekening terug.
"Wat een leuk elastiekje," zei hij
en terwijl hij naar zijn formatie terugvloog
schoot hij het vér voor zich uit.
Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.
Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.