Ze zeiden beiden niet dat ze er goed uitzagen
of dat het fijn was elkaar terug te zien
M was niet zeker van dat laatste. A wist niet zeker of M er wel goed uit zag.
Dus zwegen ze en bedachten in stilte: beleefdheid is een constructie en bovendien ook relatief.
Ze gingen niets meer drinken na de theatervoorstelling.
Er was geen kus bij het afscheid.
Ook werd er niet gepraat over een volgende keer.