De zomervakantie breekt aan. Mensen gaan op vakantie met de trein, auto of met het vliegtuig. Iedereen zoekt het avontuur op. Veel mensen pakken dit jaar het vliegtuig. De voorpret is al op het vliegveld. Iedereen loopt naar de gate zonder problemen, niks geen lange rijen. Het vliegtuig zit tjokvol en iedereen is in opperste stemming. Naar Italië is het ongeveer 3 uur vliegen. Kinderen kunnen niet wachten op hun eerste vlucht. Voor het opstijgen nog even de instructies van de stewardess volgen voor de passagiers. Abraham, de piloot en copiloot Brillo zitten naast elkaar in de cabine. Dit is de eerste klus die zij samen doen. Het opstijgen gaat met veel gestuntel, bepaald geen vliegende start. Bij Brillo staat het zweet al op zijn voorhoofd. De copiloot ziet de raarste capriolen van Abraham en maakt zich zorgen. Brillo vraagt bedachtzaam aan de piloot hoeveel jaren hij al een vliegtuig bestuurt. Hij stelt hem gerust: ‘Ik ben al 25 jaar piloot maar vliegen is niet mijn sterkste kant.’
Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.
Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.