met krokante
handen staalwol zal ik
alle wanden van de frietpot
komen kuisen
houden doe ik
van die hitte wolken
zie ik niet
moedertjelief
ben je de jonge plantjes
niet vergeten hoe het
vroeger was
mijn fietsje wit zo ook
de banden in mijn hoofd
groeiden er beelden eelt
was iets voor bomen
zagen deden mensen
over onkruid prijzen reizen
zelfs een storm te benidorm
vandaag hangen er takken
treurt de wilg
niet eens meer om vergeten water langs
de wegen lijden beuken
takken hangen bessen willen nog
verschijnen
zes
oneven veel geluk ik zeg
allo
ja
ik hoor je
in mijn achtertuin
plant ik patatjes
voor de frietjes
proper is de frifri
mijn froufrou al lang
gestorven morgen
snijd ik reepjes
uit de zon plooi ik
een glimlach
voor een dag
vol vlindermoed
uit de reeks 'Alfred Frietkabouter''