Met wat geluk. Besta ik. Sta ik. Met twee tenen op de grond.
Het is gisteren gebeurd. Ik zag de hoop begeven. Een scheur kwam in het lot.
Temidden de straat. Van Ormoes, Gibraltar of hier om de hoek.
En dat. Terwijl ik altijd probeer. Vast te houden. Aan de scherpe rand.
Met wat geluk. Ben je niet bang. Van bloed. Noch van de ommekeer.
We hebben lang gepoogd. Te leven. Voor de lol. De kleine dingen.
Schat, we hebben samen veel geplant. Stekjes. Wortel en een boom.
Ginds. Daar in de boomgaard van de onschuld. In die luwte.
Tam was de kastanje. Jij mijn lief. De zon een beetje zot.
Het is gisteren gebeurd. Ik zag de hoop begeven. Die scheur kwam in het lot.
De heuvel stal mijn rug. Jouw lijf mijn beide handen. Ik een laatste dag.
De ondergang koos voor verlegen rood. Met wat geluk voor fel oranje.
uit de reeks 'Waanhoop'