Alles kan gebeuren in één enkel geluid
zo ook nu.
Alles gebeurde al wel eens maar draaide zichzelf terug
de voorbije dagen in met nachten als gevolg en daarin
vond ik mezelf terug, in gesprekken in andere geluiden
in de dagen dat ik mezelf vond was alles als kleurrijk
omschreven en ging het de dagen te buiten; wij zijn
dus wel al eens omgekomen in een waanzin groter
dan een wereldbeeld want slechts een beeld is het
dat zich settelt in onze voeten en waarmee we de
stad af stampen tot pad waarmee een oppervlak
de dagen vormgeven en de structuren vormgeven
en de standvastigheid vormgeeft en al het stevige vormgeeft tot een geboorte
van een stedelijke kunstvorm waarin alles al eens gebeurde in één knal die
een klankgedicht voor mij betekende en voorbijsuizende wegen voorbijsuizende
dagen zijn monogaam hetzelfde zonder nachten die nog gevormd worden in een
groter wordend geheel de emoties in en de kleren
uit I discovered a man like no other man want is
het een mannelijke trek de wegen door en door te
kennen, Gent massagraf van de studentenkringen
waarin iedereen lesgaf en iedereen communiceerde
en iedereen sprak en iedereen at en iedereen kende
iedereen en bovenal zichzelf als een buitenlands
toekomstbeeld.
zo heimelijk was alles er nu ook weer niet
zo heimelijk dat alles al eens was
zo heimelijk was het daar
en niemand die erom schreeuwde buiten ik
ik schreeuwde mezelf er eindelijk te buiten
buiten de steegjes die ik nu kende
en buiten mijn ingedoctrineerde zinnen
het hoofd dus uit
een toekomst in
een toekomst zo heimelijk dat ik er eerst even blauw van zag
you and I we had nothing left to say
en dat ik er daarna van weigerde van mezelf te bekomen
boven was alles al blauw
in een toekomst die oogde poreuzer dan ik gedacht had
maar ik had nu ideeën over de ‘of’ en de ‘en’ van de woorden
die niets uitsloten
ook niet de wegen waarin ik zakken kon
ik deed dit uiteindelijk overtuigend
en zou een figuur zijn geworden van ambivalentie die iedereen weigerde
te verkennen
zo heimelijk een toekomst in en ook weer uit
met een lui gedachtengoed maar het was uitspreekbaar
alles was doenbaar in een gekend perspectief een context
die ik onder de indruk bracht
Zonder twijfels heb ik toegezegd mezelf te verkennen in een omgeving
die ik natrapte.
Zo heb ik ook de andere ik vergeten.
De andere ik die afkeer heeft van de stem,
van de stad,
van de naam
want zonder dat alles zouden we gelijk kunnen zijn
en daar streefde ik toen naar;
terwijl er nu een boven en een onder is
maar op de herkenbare manier.
Mijn denken heb ik toen uitgeschakeld
uit noodzaak
en al wat een automatique werd werd weer obsessief
ik herleefde zo een jeugd;
die ik nog niet goed kende en doch ook verkende
op de bekende oude manier
dus mijn zoeken was nu ook paradoxaal en fragieler
dan ik had voorspeld.
Ik voorspelde een gedachtengoed doorspekt van de waarheid en van de
aandacht voor het ongewone en settelde mij daarin zonder gemaar en
zonder het vertwijfeld aanbrengen van vriendschap want er was alleen
nog maar self consciousness die een plek betekende.
Zo van die herkenbare gestes die weinig of niemand aanraken
ondanks dat ik iemand raken wilde, niet pragmatisch, niet
lethargisch, niet in wijzerzin maar eerder in een ver verleden
waarmee ik mezelf koesterde; ik wou iemand raken zonder er
gek van te worden en er een plek van te maken zoals ik al deed
met het alomtegenwoordige weigeren van de spraak, die ik reeds
kende.
Alles dat in een plek zichzelf al eens voorbij
snelde verbaasde mij met rood en de dood op
de wangen en de ‘en’ en de ‘of’ in de tong en
daarom nooit overtuigend waanzinnig echt
zoals ik het wel eens wou vertellen en ik kende
jou als een woord.
de wij van het zij die de resistance van een taal betekenen
just take my hand
alles begint al met een geste
die just take my hand van je
roept en begrijpt
Gent is in een roes die weinig betekent
alles in één plek dat zichzelf voorbij liep