Tien paar fel opgemaakte kijkers keuren me van kop tot teen. Op hoge stelten, met de borsten vooruit in J.Lo korte jurkjes eisen zij het beoordelingsrecht op. Ik verstop me tussen mijn lief en een goede vriend en staar een beetje naar mijn All Stars. De uitnodiging vermeldde nochtans expliciet casual, zonder chic.
Ik heb ze gepast, de jurkjes en de pumps. Voor de spiegel toverde ik de ene na de andere versie van mezelf te voorschijn. Om vervolgens ieder paar weer netjes op te bergen in de bijhorende schoenendoos, ieder jurkje weer netjes in rij.
Gelukkig toont mijn jumpsuit subtiel een stukje blote rug, maar of dit bijzonder genoeg is, betwijfel ik. Nerveus neem ik het gratis welkomstdrankje gretig aan, om de zenuwen te temperen. Bij de eerste – grote – slok verslik ik me in de hoeveelheid rum, terwijl het suikerniveau voor een opstoot aan hoofdpijn zorgt. Paniek overvalt me. Tien minuten. Tipsy en underdressed, tijd om naar huis te gaan.
Mijn lief bestelt twee glaasjes water voor me en kijkt me met een dwingende blik aan. Zonder woorden gebiedt hij me mij te gedragen als een vrouw die niet geeft om de mening van een ander. Een vrouw die haar goed in haar vel voelt, ongeacht haar outfit. Maar het kwaad is al geschied. Ik voel me een meisje, zonder veel zin om mee te spelen.
Het lukt me niet om kleine conversaties met vreemden aan te gaan. Een talent waar ik anderen soms om benijd. Mijn gedachten blokkeren in de wanhoop en stilzwijgend knik ik instemmend. Gewenningstijd. Geef mij tijd om aan jou te wennen en alles komt goed.
Witte wijn. Dank u (mijn)heer. Ik omklem het glas als houvast voor de avond. Voorzichtig kijk ik de zaal nog eens in, zelfs geen vleugje normcore bij de fashionista’s. Ik zucht diep in mezelf en mijmer over thuis, waar casual simpelweg gewoon betekent.
(Foto: Erik Wåhlström)