Geef me een kleine glimlach,
gauw, voor hij weer verdwijnt.
Geef me een onbezorgde blik,
beheersbaar, maar niet minder schoon.
Geef me grote warme handen,
hebberig, omdat het nu nog zomer is.
Geef me onbevangen woorden,
wazig, we kunnen ze later sluiten.
Geef me vele kleine hoekjes,
halfvol, om daar te kunnen zoeken.
Geef me rozen om te baren,
Geef me huizen om te springen
Geef licht om mijn ogen te beminnen
Geef.
Omdat ik niets meer geven kan.