Gladde scheut

21 mei 2021 · 10 keer gelezen · 1 keer geliket

Viktor voelde het onzachte asfalt onder zich niet toen hij uit de bus stapte en het uitgestrekte, haast verlaten terrein verliet. Zijn hersenen namen hun tijd om de hele rit en de ontknoping ervan te verwerken, als een oude computer die je pas na een schijnbaar ongestructureerde stroom van witte, hoekige cijfers en letters, weer kan besturen. Het bijhorende gepiep, getuut en geblaas kwam nu ook uit Viktor, alsof het hem wilde afkoelen.
Aan de uitgang van de stelplaats liet hij zich harder dan verwacht op een koude, donkergroene bank ploffen. Het zwarte scherm in zijn hoofd verwelkomde nu op volle toeren al wat in hem opkwam. Hij zag zijn vaders kin opnieuw dreigend naar hem wijzen als de bajonet van een geroutineerde, uitgedoofde soldaat. Hij zag de loerende wollen sokken héél even zachtheid brengen, hem teder toedekken alsof zijn vader nooit was gevlucht, hij zag hem héél even warmte strooien op de rand van zijn bed, zorgzaam aaiend over zijn onschuldige, even donkere kruin. Tekeningen op de muur. Moeder die het tafereel gadesloeg achter de kier van de deur, een wang droogde.
Nu de frisse lucht weer vrij spel had, rukte het besef op. Hij voelde zich als een van de twee mogelijke uitkomsten die hij voor en tijdens de busrit voor ogen had: gefaald. Waarom had hij de man niet gewoon kunnen zeggen dat hij een zoon had die nu voor hem stond? Of hem enkel de brieven toestoppen die zijn vader naar moeder had gestuurd, als hint? En hoewel hij op zoek ging naar kleine lichtpuntjes, wou vluchten van het zwarte scherm der overpeinzingen, naar de Esc-toets graaide in een poging huiswaarts te keren, besloot hij het mistroostige te omarmen. Daar op die kille bank huilde Viktor van zacht naar hard, om te besluiten met enkele diepe ademteugen. De hoop van de laatste weken condenseerde op zijn koud geworden ik, stroomde zijn lichaam uit en leek tussen zijn witte sneakers een plas vers regenwater aan te lengen. Misschien bleef alles beter hoe het was. Enkel zijn moeder en hij. Soms vergezeld door zij die in een opwelling van morele verantwoording even meesurfen op golven van medelijden. Kleefkruidigen noemde hij ze weleens. Maar altijd waren er de oprechte tantes en nonkels, neven en nichten die hun kleefkracht níet verloren, of beter, die het zuidgerichte klimrek waren waar hij tegenaan kon groeien. Misschien was deze hele onderneming een gladde wilde scheut en moest hij dringend knippen. Hij stond op.

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

21 mei 2021 · 10 keer gelezen · 1 keer geliket