haar lied
Sterrenstof riep me, er voor even
onder te vertoeven, haar verhaal
er te doorbladeren, weten waarom
het me beval, behaaglijke erin riep
als warme sneeuw en pluizige dekens
oud maar wijs, naar levenslust, stof
onderstoppende, wekte bevallige grein
mijn hart, tot in mijn keel sloeg het
voor even was het, zei Sterrenstof me
dwarrelend vleide het zich, in mijn rijk
haar diktes in boekvorm verspreidend
haar lijnen riepen woorden, me toe
Sterrenstof doorliep mijn lijf lavend
als wandelde het verhaal een beetje
als het mijne niet langer wreed weg
aanzag ik mijn levensloop vervlakte
in sneeuw zag ik pluizige vleugels
oud maar wijs, zochten ogen de mijne
voor even, las ik nog, de rest vergat ik
het was Sterrenstof, stil werd haar lied