“Doe maar hetzelfde als de vorige keer.” Het is altijd de openingszin bij de kapper. Met mijn kapsel ga ik niet te veel avonturen aan. Hij weet hoe het moet. Laat sommige zaken maar onveranderd. Het is zoals de zondagse tomatensoep van moeder. Die mocht ook altijd dezelfde voortreffelijke smaak hebben.
Ons gesprek gaat vervolgens over voetbal, werk en de kinderen. Tot er twee jongemannen binnenstappen. Ze gaan een gesprek aan met de tweede kapper, waarbij de twee hun smartphone tonen. Ik zie het in de spiegel voor me. Daar zie ik ook dat mijn kapper zijn hoofd naar het duo draait. Gelukkig staat zijn schaar in de pauzestand. “Het is nooit helemaal hetzelfde”, zegt hij. Hij weet duidelijk waar het over gaat. “Elk hoofd en elk kapsel is anders.” Nu begrijp ik het. De twee heren laten een foto zien en wensen dat hun coiffure dezelfde vorm krijgt. Ze overleggen een moment en vertrekken dan naar buiten.
“Sommigen komen hier zelfs met een foto van Brad Pitt”, gaat mijn kapper verder. Ik denk eraan dat ik in mijn jonge jaren ooit hetzelfde deed. Met een foto van een popster uit een jongerenblad. Toen ik thuiskwam leek ik meer op de presentator van het journaal dan op de popster.
Plots komen de twee terug binnen. Ze besluiten om er toch voor te gaan. Ik ben benieuwd welke foto ze hebben getoond. Ik gok op een beroemde voetballer.
De kapper verwijdert mijn kappersschort, schudt het uit en neemt het borsteltje. Het doet me altijd denken aan de borstel waarmee ik champignons schoonmaak. Hiermee verwijdert hij de resterende haartjes uit mijn nek.
“Nog wat gel?”, vraagt hij. “Zeker, dat mag”, zeg ik. Ook die zinnen maken deel uit van het kappersritueel.
“Is het goed zo?”, vraag hij tenslotte. “Helemaal Brad Pitt”, lach ik.