Ze is een troebele poel,
een wurgend gas
etter over aardkorst uitgesmeerd
Ze is een succubus
een loden schaduw in de nacht
een onzichtbare hand
Ze duwt een nat reliëf in de lakens van mijn bed
en laat me liggen als een oude hond
Ik steek een poot op, smeek
en smacht
voor genade die slechts komt
als zij loom van eigen last
zich flitsend opensnijdt
de bel barst
en etter als lauw manna uit de hemel druipt.
Pieter Van der Schoot
Meer lezen? Ga naar Observaties uit het ondermaanse