ik grijp
van anderen en hun spel
en waar het voor me kan
kijk ik af, her en der pik ik
als aldus voelt, doe ik hen na
een immere balans in ophef
soms praat ik, soms zwijg ik
in dat afkijken, die ophef
verlies ik immere balans
ik lees mijn kantje, pik en
gelief wat bij anderen leeft
het verblijdt me, geen kans
gaat aan me voorbij, ik grijp