Ik maak zelden notities. Ik vergeet. Gewoon alles. Soms mijn onderbroek.
Zelfs op die schrijfcursus waar ik doorgaans zeer bezopen zit.
Behalve toen. Die ene dag. Een letterdokter kwam.
Hij noemde zich verwarrend weg, Archibald Algebra. Ik greep mijn pen.
"Het is belangrijk dat hetgeen men brengt in een vertekend kader leeft. De achtergrond dient te misleiden. Beperk bij voorkeur sterk het aantal lezers. Schrik ze af. Verdrijf het beest. Immers, bevooroordeeld zullen ze, de meesten zijn. Daarna kan men in vrede, onvrede, in vrijheid, ongebonden schrijven, zwevend boven, toevend tussen, simpelweg misschien zelfs op de lijntjes. Het mag zomaar leugenachtig, lelijk of toevallig prachtig, domweg oerbekend of in een taal dusdanig vreemd. Het is gelijk de liefde en het zal, het mag gewoon gebeuren. Echt en pen met fun, vol zen of onzin. Soms is er een ader die in het verleden springt, het heden troebel maakt. Alles mag vergaan zonder dat getuigen deze ramp moeten beleven."
Dit alles stelde mij immens gerust. Daarna ging Archibald nog door, hij sprak.
"Beste cyclopen, helderzienden of malloten, wezens met of zonder kloten. Dit is uw opdracht voor vandaag: Try, pretend to be the man himself and write just like my friend. His name is William. His head thinks Shakespeare."
Ik deed toen dagen niets en toen de regenboog verscheen, heb ik geschreven voor den uil en voor de lol.
oh bee oh bee
'i thou I saw
some beauty
little beast
we prayed in spring
loved summer sun
found no decay
twin halcions
sang gospel tunes
on happy days
now greyish dust
and silence loom
early evening shades
have come
faulty flowers fade
cruel endings doom
oh bee oh nee
while I hang
shall thou still live
shall thou can see
black blossoms thrive
while I die
shall thou try
solemnly taste
the bitter nectar
high up in
my dead men's tree
Het gedicht 'Oh bee oh beast' verscheen in 'Harmony Gold (1)' en werd gelezen door 4 ramptoeristen.