Jeroen Mettes zegt op pagina 75 van zijn N30+ uitgave “Ik dip niets in niets en er gebeurt niets.
(…) Waarna er 2 zinnen verder de alinea wordt afgesloten met “Stap op de trein en laat je vervoeren.”
Is het de ‘en’ in plaats van een woord als ‘dus’?
Waar maak ik de leeservaring mee? Op de trein, en ik kijk naar mijn eigen handen alsof ze een belangrijk beeld zouden zijn voor mijn ervaring hier, op de trein.
Waar wil ik naartoe met mijn ambitie? Een beestje, een karkas. De ambitie slaat zichzelf tot iets waarnaar ik weer verlang, dus bijgevolg is ze er niet meer. Een taak vervullen met iets waar ik voor sta.
Treinritten als deze zijn authentiek. Ze beschikken over een playlist van VTTS (track ID’s) en waanzinnig veel focus.
Dan laat ze los.
Ik weet waar ik zou moeten herbeginnen. Alles begint hetzelfde opnieuw. Het is niet moeilijk. Je moet iets willen voor je het mag bezitten, denk ik.
Infrabel lacht me toe vanop een witte bestelwagen. Ik voel op automatische piloot en dat is inspirerend. Tegenwoordig is er heel veel onzeker. Dat is een volstrekt leeg idee.
Ik wil bloggen over bloggen. De boodschap kende je zelf al. Het gaat hem over de methode.
Wat mis ik? Wie ik ben. En maar goed ook: daarna is alles veel vlotter van mijn ego weggeëbd, en dat is een manier om gelukkig te zijn.
Ik ben nooit gelukkig en ook nooit meer ongelukkig. Ik voel alles wel een beetje. Waar het zeer doet, laat ik mezelf achter. En maar goed ook.
Drinken van de cola. Noem de banaliteit van het leven ook de banaliteit van het leven.
Niets is zomaar vice versa met eenzelfde methode uit te leggen. Aanschouw je wat van jou is?
Geef me beelden.
Of:
Dat wat er van je overblijft.
Ik wil iets blijven herinneren en dat is niet moeilijk. Niets is nog moeilijk, bijvoorbeeld op een moment als dit. Wanneer alles rond jou lijkt te draaien. Maar dan op de ‘goede manier’.
Wat ik bedoel is zo makkelijk uit te leggen dat ik het niet meer wil doen. Je moet iets voelen neerdalen op je kruin.
Ik wou iets schrijven over de actualiteit maar dit lijkt actueler, en dat helpt.
Ik ga vooruit maar zit omgekeerd in de IC trein 4112 naar huis - ook al is het niet echt meer ‘mijn huis’.
Een plek voor een terugkeer. Niet iets als een vaststaande locatie; eerder allemaal vage gedachtes, steeds weer allen gekoppeld aan hetzelfde: de wereld waar ik in leef, en wat je daarin moet accepteren.
Familie valt wel mee hoor.
Dat jij het beste bent wat mij kon overkomen, laat ik achter op de schouder van een toevallig neergestreken herinnering.
Ik wil je voelen. Ik wil dat de tekst iets kan doen voelen, ook al doet ze dat niet in sé.
Het is een methode.