kerstavond

23 dec 2020 · 34 keer gelezen · 1 keer geliket

1992.
De kerstboom stond, schots en scheef, maar hij stond. Ballen in alle kleuren rood, slingers van zilver, lampjes die er uit zagen als kaarsen. Een kerststal onder de boom met afgebladderde beeldjes van de betrokkenen. In het niets verzonk dit tafereel bij ons nieuw plafond. Sinds september hadden we een vals plafond in de woonkamer, met plankjes en hallogeen spots. Een fortuin had het gekost. De jaarlijkse kerstfondue lag mijn moeder sinds die tijd zwaar op de maag. Het zou wel eens vetvlekken kunnen geven. Liefst geen fondue, fluisterde ze toen we het over mogelijkheden voor kerst hadden. Dit echter was buiten mijn vader gerekend die nogal verknocht was aan tradities. Fondue moest en zou het worden. Dus werd het fondue.

De schotel werd opgehaald door mijn moeder de ochtend van kerstavond. Vleesjes met in figuren gesneden groenten. De sausjes zouden later toegevoegd worden. Daar was nog tijd genoeg voor. Mijn vader was afwasser in een bakkerij. Hij moest in de vooravond dus nog even weg. Mijn zus en ik konden toen al aperitieven, spelletjes spelen en naar de kerstboom staren. In de hoop dat er een wonder zou geschieden.

Mijn moeder moest het huis nog poetsen. Dus moesten wij weg. Geen idee waarheen maar we stapten in de auto, een grijze ford escort. We reden naar de super GB. Mijn vader wandelde met vastbesloten tred naar de audioafdeling. Hij nam een cd-speler uit de rekken. Een Fischer. 5000 frank. Ik keek mijn vader met grote ogen aan. Eindelijk muziek in ons huis, eindeloos veel muziek. Moderne dingen. Nadien liepen we naar het rek met cd’s. De vinger van mijn vader gleed langs de letters van het alfabet, recht naar de Q. van Queen. Hij kocht greatest hits I en II.

Die avond rond vijf uur ging mijn vader ervandoor, afwassen. Mijn zus en ik konden aan het aperitief. Mijn moeder draaide zenuwachtig rond haar as. Ze had een nieuwe fondueset gekocht. De vorige was kapot. Kortsluiting vorig jaar. Bijna brand. Iedere minuut werd mijn moeder nerveuzer leek het wel. Afwisselend keek ze naar het plafond en naar het fonduestel. Ze vloekte af en toe. Maar ze vloekte wel vaker. Mijn zus en ik dronken cola en aten chips, paprika en gewoon.

“Hij doet het niet, hij werkt niet, dat vet wordt niet warm.” Mijn moeder had een foute fondue gekocht. Inmiddels schenen de koplampen van mijn vaders auto in de woonkamer. De auto stopte vlak voor de deur. Hij trompte. De deur moest open want mijn vader had de ijstaart bij.

We gingen zitten, stokjes in de aanval. Maar het vet deed nog niets. Mijn moeder viel bijna flauw. Mijn vader dronk van zijn rode wijn. Wreef het tafelkleed glad en zei het vlees in de pan te bakken. Mijn moeder dokkerde naar de keuken.

Ondertussen duwde mijn vader de cd-speler op ‘on’, stak de cd van Queen in de lader. Op de tonen van “A kind of magic” kwam mijn moeder met een pan vol vlees in woonkamer. We namen het vlees evengoed met onze stokjes uit de pan.

Kerstmis 1992, toen fondue nog mocht. Heerlijk.

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

23 dec 2020 · 34 keer gelezen · 1 keer geliket