klaverbestaan
als kleurrijk ben je
weelde voor harten
aan vezels en draden
herinner je me het
voor kijkers uit zicht
lees ik je glimlach
en dat je rots leeft
er, dat klaverbestaan
best vervullend ben je
als in doeken vervat
weet je te grijpen, me
anders tot je toverdoos
ik kijk en ik luister
herinner me machtig
mijn stof en mijn tegels
ik weet weer te staan
met vezels en draden
rijg ik weer toekomst
mijn stof en mijn tegels
als uniek in mijn soort
klaverbestaan wieg ik
je glimlach herinnert
voor kijkers uit zicht
jij en ik, die toverdoos