Kou

28 dec 2018 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

Rillend van de kou wordt Arnoud wakker. Zijn moeder is al lang op en maakt het ontbijt klaar. Nou ja, denkt Arnoud, ontbijt. Ze krijgen weer maar eens een grote pot pap voorgeschoteld. Zijn vijf jongere zusjes en broertjes zitten al op het versleten laken dat als tafel moet dienstdoen, maar ook als bed voor de drie zusjes. De broertjes zijn aan het kibbelen, alsof ze daardoor de kou kunnen verdrijven die in hun lichaam is gekropen.

Arnoud woont met zijn moeder en broers en zussen in een klein, bouwvallig huisje. Ze hebben niet veel geld en de kinderen kunnen niet meer naar school gaan. Vroeger hadden ze het goed, toen ze nog genoeg geld hadden om een huis te kunnen betalen en naar school te gaan. Maar hun vader was verslaafd geweest aan gokken, en dat was hen fataal geworden. Uit pure wanhoop had hij eens al hun geld en bezittingen ingezet. Hij had verloren, waardoor ze opeens zo arm waren dat ze gewoon op straat werden gezet. Arnouds vader was weggelopen van hun gezin en enkele dagen later was hij langs de kant van de weg gevonden. Er was een begrafenis geweest, maar alleen hun moeder was er naartoe geweest. Dat is al 3 jaar geleden en nu moet Arnoud zijn moeder helpen om hen allemaal in leven te houden.

Arnoud had nooit geweten dat 5 kindermondjes zoveel eten kunnen verorberen. Arnoud is een langslaper, en soms is dat echt wel irritant, omdat dan meestal het ontbijt al lang op is. Hij is intussen wel gewend dat hij niet veel te eten krijgt, maar er zijn al keren geweest dat hij meer dan vier dagen na elkaar niks te eten had gekregen en als dat het geval is, staat hij de volgende dag heel vroeg op, zodat hij zowat de hele pot voor zichzelf heeft. Hoewel dat enorm veel protest veroorzaakt bij de kleintjes. Maar daar trekt Arnoud zich niks van aan.

Overdag, als hij even weg mag, gaat hij langs bij de jongens die hij nog kent van de school. Eén van die jongens was zijn beste vriend, ze waren onafscheidelijk. Elke dag maakten ze samen hun huiswerk. Maar als Arnoud bij hem op bezoek gaat, in de sjofele broek en T-shirt die hij moet dragen, voelt hij welke gevolgen hun armoede heeft. De ouders van Pieter bekijken hem elke keer met meer afkeur dan de vorige keren en ook Pieter neemt steeds meer afstand van zijn boezemvriend. Arnoud lijdt daar enorm onder en verliest steeds meer de zin in het leven. Alleen zegt hij daar thuis niks over, zijn moeder heeft al meer dan genoeg aan haar hoofd, met al de zorgen waarmee hun vader hen heeft opgezadeld.

Als Arnoud geen zin heeft om naar Pieter te gaan, of naar één van de andere jongens, wat steeds vaker gebeurt, gaat hij naar de oever van de rivier. Hun huisje staat er zo’n 500 meter vandaan, dus zo heel ver moet hij niet lopen om even alleen te zijn. En alleen, dat is hij, want zijn broers en zussen mogen er niet komen, uit angst dat er iets zou gebeuren, en zij zijn het enige gezin in de buurt van de rivier.

Waarom, dat snapt Arnoud nog steeds niet, want het water is heel helder. Arnoud zwemt graag in het frisse water, om alle gedachten weg te spoelen. Vooral de gedachte aan zijn vader. Arnoud haat zijn vader bijna net zo veel als de toestand waarin ze door hem zijn verzeild geraakt. Als Arnoud bij de rivier zit, droomt hij weg, terug naar de tijd waarin alles nog zo goed was geweest – om daarna abrupt te worden teruggehaald naar hun armoede, omdat hij het zo verschrikkelijk koud heeft.

Vreselijk!

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

28 dec 2018 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket