Zijn hand glijdt over de betonnen steen van de toren. Een grijs gebouw alleen aan zee. Hier is exact waar hij verslaafd geraakte, hoogtes leerde kennen. De plek waar hij verliefd werd op haar.
Hij kijkt naar de brief in zijn hand. Zijn lippen lezen de zwarte letters, woorden, zinnen: er is zoveel dat ik je kan vertellen. Jij bent mijn kracht, mijn plezier, mijn pijn. Ja, jij bent mijn groeiende verslaving. Zeg me niet dat het ongezond is men liefste…
Hij kijkt op. Wanneer hij de sneeuw ziet liggen op het zand is dit niet wit. Het is haar licht en dat weerkaatst alle kleuren. Zij is dat licht in het sombere grijs. Als een kus van een roos…