Je handen trillen,
hoe verfijnd,
bliezen zij vroeger
mijn zorgen weg
als een storm
in een glas
water,
valt om,
druppels doordrenken
het droog papier
van je laatste wil,
niet wat je wil.
Het blijft kwetsbaar,
om te zien,
hoe jij je laatste loodjes
langzaam loslaat,
het leven ziet
als op eieren
lopen,
Je schuifelt meer,
je kuiert,
kleine meters nog,
tot in lengte
van dagen
en je mijlenver
bij mij vandaan,
voor altijd
bij mij weg zult gaan.