Zet een stoel op de evenaar en neem plaats.
Z i t m u i s s t i l g e d u r e n d e é é n u u r.
Mooi werk. Je hebt zonet zestienhonderdzeventig kilometer om de aardas gezoefd.
Tegelijk ben je met bol en al honderdenzevenduizend tweehonderdeenendertig kilometer om de zon geraasd. Het zonnestelsel nam je stoel bijna achthonderdduizend kilometer mee in zijn vlucht om het centrum van de Melkweg heen. Die is intussen twee komma zestien miljoen kilometer opgeschoven, aangetrokken door de zwaartekracht van andere sterrenstelsels.
Toch ging de tijd traag. Voor maanlanders was er op onze blauwe planeet niets te beleven dan een langzame omwenteling; water dat in een haperende-filmgolf leek bevroren; wolken, uitwaaierend in luie weerkaartspiralen. Geluid was afwezig, jij en jouw stoel veel te klein voor astronautenogen.
Maar ook onopgemerkt mocht je een deel van het rondreizend spektakel zijn. Dit was, is, blijft vooralsnog, het bonte wonder dat we thuis noemen. Waar we tijd meten en afgelegde kilometers. Waar we stoelen maken en gedichten.
Soms lukt ons dat binnen het uur. Zelfs zonder een poot te verzetten.
© Marc Terreur, Sint-Niklaas, 16 februari 2025