Op het witte gordijn wiegt een zoen.
Vakkundig gekust door een meisje dat graag groot wil zijn
Een luchtkusje van haar roodgeschilderde mond vond een permanente bestemming.
De verloren geblazen zoen waait nu in de ochtendbries.
'Ben je boos?', fluistert ze.
Hoe kan ik?
(maar niet tegen haar zeggen)