De urn valt bijna uit Gerards handen als hij een vrouw met haar voorhoofd tegen zijn raam gedrukt ziet staan. Ze gluurt naar binnen en loopt dan naar de bel.
'Goedemorgen, ik ben de overbuurvrouw en ik woon dáárzo. Ik dacht, laat ik eens gaan kennismaken met onze nieuwe buurtgenoot!' Ze kijkt langs hem heen de gang in. 'Uw dochter heeft het mooi opgeknapt. Toevallig kwam ik haar gisteren op de stoep tegen, een leuke meid. Zullen we maar gewoon 'je' tegen elkaar zeggen? Op dit tijdstip van de dag smaakt koffie het allerlekkerst, vind je niet?' Ze maakt aanstalten om naar binnen te stappen, maar hij blijft in de deuropening staan. Een ogenblik lijkt ze haar evenwicht te verliezen.
'Het komt wat ongelegen. Een andere keer als u het niet erg vindt.' Hij beantwoordt haar verbouwereerdheid met een vriendelijk knikje, doet de deur dicht en leunt ertegenaan. De muren zijn glad en wit. Marijke heeft zonder meer haar best gedaan. Hij mag van geluk spreken dat er zo snel een seniorenwoning vrijkwam. Op een hoek nog wel en met een tuintje bij de voordeur. Iedereen was het erover eens: een mooi licht huis. Maar wat is het verdomd wit allemaal. En kaal. Zelfs zijn slechte ogen doen daar niets aan af.
In zijn oude huis was hij omringd door al hun spullen en een kapstok vol hoeden. Hij zag dan zo Anne weer voor zich, struinend tussen de kramen. Hoeveel markten zouden ze bezocht hebben tijdens hun reizen? Nooit bleef het bij één souvenir. Hij hield ervan haar te bekijken, terwijl ze aandachtig alles vastpakte. Hoe ze de ene na de andere hoed opzette en zijn blik haar spiegel was.
Op het aanrecht blinkt Marijkes cadeau hem tegemoet. Haar instructie ligt er bovenop: waterreservoir vullen en één koffiepad per keer gebruiken. Waar is in godsnaam zijn eigen koffiezetapparaat gebleven? Vermoeid sluit hij zijn ogen. De oude keuken verschijnt met de ingekerfde centimeters op de lambrisering, waar hij automatisch zijn handen overheen liet gaan iedere keer als hij binnenkwam. De trotse blik van Marijke wanneer ze zag dat ze weer gegroeid was.
Een avontuur zonder Anne. Hij drukt zijn trillende handen stevig tegen de urn, voordat hij haar naar het midden van de dressoir schuift. 'Het kost gewoon tijd,' mompelt hij. En tijd heeft hij. Meer dan hem lief is.