Tijdens het verstrijken van de dagen werd duidelijk dat we de maan opnieuw moesten vinden. Sinds hij verdween, waren de vissen op drift, verdwaasd door het ontbreken van de getijden. Wolven huilden hele nachten en treurden om het verlies van hun gids.
We vonden hem terug bij de oude vrouw. ' Hoe komt die nu hier?' vroeg ik verbijsterd. ' Ik nam hem gewoon vast,' zei ze,' toen stond ik er maar wat mee, dus legde ik hem onder mijn bed. Ik moest hem wel schoonmaken, het maanstof prikte in mijn ogen.'