Ik ben de stagnatie beu
de fascinatie wil voorbij de grenzen
de neus in de ongeremde zakken
schrapen de pluizen van de wol.
De Spartaan in me weet
het is de juiste tijd.
Ik wil me verdiepen in de gepaste boeken
zoeken waar het sneller kan
hoe de worm het hout nog vindt
hoe de vlaag nog de passende winden.
De Balder in me weet
het is de juiste tijd.
Maar traag en als vergeten brandt het vuur
de vlam heeft de neusgaten wijd
het hout slaat hoog op
eenzaam luidt de kras.
De zondeval raakt daar voorbij
zo goed als in de tijd verloren.
Ik kijk en ik kwijn weg
ik aarzel en ik blijf weer staan
de pluizen in de zakken
de wormen in het hart.
De Raaf in me weet
het is de juiste tijd.