Tegenwoordig word ik gedreven en geleefd door een berg medicijnen. Meer en meer zie ik mijn toekomst verdwijnen en mijn lichaam verder en verder wegkwijnen.
Ik heb ze s’morgens nodig want zonder ben ik als overbodig, onnodig, ze zijn broodnodig.
Ik voel me een chemisch experiment. In een wereld onbekend. Als routine machine in Legoland. De laatste tijd voel ik me opgebrand. Aan de kant van de samenleving beland.
Zonder toekomstperspectief, retrospectief, passief agressief, te laten of te lief houden.
Mijn verleden is mijn heden. Mijn toekomst lijkt vergeten. Met dat in gedachten het te weten, begint het zwaar aan mijn ego te vreten.
Isolatie, gebrek aan communicatie maken mijn leven een beleven verheven tot hedonistische en holistische eigenschappen die mijn denken overlappen zonder ook maar de inhoud te snappen.
In de spits die het leven is mis ik een gids die de uitleg in pacht heeft hoe je weer macht krijgt over je eigen zelfbeschikking.
Op de rotonde van ons bestaan ben ik van misdaad tot zonde overgegaan. Men laat mij begaan omdat ik me toch nergens waan.
In deze chemische woestijn is het moeilijk jezelf te zijn. Mijn brein is gefrituurd. Mijn principes lijken gehuurd en op mijn retina geborduurd. Lang heeft het geduurd tot mijn ego werd verzuurd.
In de marge van de samenleving is mijn beleving onderhevig aan melancholie en manie.