Frederick Carpenter

Gebruikersnaam Frederick Carpenter

Teksten

Dal der dwang

Gisteren zat ik onder niveau, sub-zero ; vandaag stond ik te vertakken en in te vriezen maar morgen ontdooi ik na 25 jaar in vaste materie te hebben geleefd. Vanaf morgen klopt mijn hart weer volgens de normen der warmbloedigheid en laat ik mijn blauw koud bloed uit mijn aders draineren met behulp van een roeste pijnpomp. De wroeging die ik ervaar, het sap der spijt en rancune dat ik mezelf keer op keer weer inlepel tot ik gesust word door een verstarde blik en aandacht op overdrive daar juist waar de lokroep der donkere duisternis mij een gevoel van vertrouwen en ‘dejavuliaanse’ genegenheid serveert. Time must change, rearrange na vijfentwintig jaar als een new-wave-zigeuner vast gezeten te hebben tussen etherdampen en terpentijnwalmen , die als vluchtige lianen mijn habitat een oasische kleur gaven, als een luchtbel die me weghoudt van de kiemen en bacteriën die de hedendaagse plebejer ahw gedomesticeerd beschouwt, als zijnde eigen aan hem, onvermijdelijk... Afzien in hun plaats, de randdebiel die misbegrepen wordt, de empathie die ik ervaar bij het dagdagelijks gore-fest dat onze biotoop is & typerend voor iemand die begot geen dna-streng gemeen heeft met onze soort. Op vriespunt verwekt, kil koudbloedig emotieloos gebekt , angstig traumatisch onbevlekt. Mijn onverschilligheid kent zijn climax, het ruimt stilaan plaats voor passief agressief gedrag met louter ontzag voor het aftasten van de pijngrens van onze wankele medemens die ik zo graag met woorden de grond inboor, gedachten inpeper die depressie initiëren en zijn hele houvast aan het wankelen brengen. Mijn woorden zijn mijn organen , mijn blik is mijn ziel, mijn inspiratie, de ondergang van zovelen die ik als kinderspel kan bespelen… Met woorden tracht ik de wankele geest der zwakzinnigen te vermoorden tot men zelf de stap zet in de nodige directie of zich herpakt en begint aan zelfreflectie. Later zullen ze me dankbaar zijn voor misschien wel de zwartste periode uit hun miezerig bestaan . De ondankbaren zullen het helaas niet verder kunnen openbaren of louter enkel serenades brullen naar hun malse witte muren of residentieel stilzittend gluren uit angst voor de verrijzenis van de blonde duivel die ouwe wonden komt openrijten die zullen etteren als nooit tevoren Een laatste zwanenzang omtrent mijn dal van dwang en gesprekken int genre van , vanwaar komt die plooi in mijn behang, de ‘nerve’ doorheen mijn fragiele maar giftige luchtbel, mijn intern uitdijend gezwel dat me zal dwingen het pad der nachtwandel te trotseren en mezelf met stempels van littekens zal versieren , uniek maken maar uiteindelijk heelhuids zal verteren. Als een bochelaar zonder bult, als een pedofiel zonder schuld als de drang naar een betekenisvol menswaardig leven zonder cult.  Zo zal ik aan de oppervlakte razen maar niemand die het hoort of mijn ijle luchtballon doorboort tot het mijn narcistische gedachten in de kiem smoort… Niveau zero voor mos en zwam tot de laagsten der aarde de bodem innam en afnam van de spraaklozen... Reïncarnatie in een vliegenzwam die als sperma de bovenlaag voorziet van nieuw opwindend (ver)gif en koelbloedig wacht op een argwanend zootje ongeregeld op zoek zijn naar het lot dat reeds voor deze ‘quest’ was bezegeld en op middeleeuwse wijze was verzegeld met kaarsvet, en heel onze generatie heeft besmet en met de haas en wind in rook zijn opgegaan, de ene met de wind mee , de andere tegen de stroom in van het bestaan. Op zoek naar daar waar het begon waar mijn aandacht afzwakte en ik er aan verzonk en overgaf aan iets wat in beginne zelfs niet bestond. Namelijk het bewustzijn een bewustzijn te krijgen en ons routinematig patroontje te overstijgen tot we zelf intern composteren in een ideeënpoel die we zelf creëerden maar niet beantwoorde aan ons brandend afbijtend gevoel. Zelfcreatie van een paranoïde mismeesterd wereldje in een wereld doordrongen van manie en melancholie zonder ingang of uitgang, een ritje in een imperium van waanzin waar éénoog en dorpsgek koning zijn . Iedereen volgt dezelfde imaginaire lijn maar hoe breed die is of wordt gemaakt leidt soms tot pijn maar vooral tot gein in de miserie van zij die opgeslorpt en opgezogen zijn in de staat van welzijn of beter gezegd kwelzijn.  Zodanig afhankelijk gemaakt als marionetten die zich gedragen volgends de voorgeschreven pamfletten. De kleine man kan lezen maar is allerminst belezen., hij ziet wel de woorden , maar beschouwt zichzelf nog niet tot de meute der verstoorden... Enkel symbolische weergave van onze diepte schaamte waar iedereen over zwijgt en slechts astmatisch op hijgt, terwijl we psychedelisch superieur worden in een commune van Zen-gedachtegoed en vast blijven zitten in de rechter doorgeknipte hersenkwab. Denken lukt, gedachten weergeven niet. De bron van alle frustraties en spreekwoordelijke tongamputaties ....

Frederick Carpenter
0 0

Ego

Nooit voordien was ik zo ondermijnd. Nog nooit tevoren was mijn ego zo verkleind en mijn leefwereld zo miniscuul afgelijnd dat steeds dezelfde walgelijke routine zich ontpopte tot zwart gedachtegoed dat zijn voedingsbodem vond in een overmaat aan substantieafhankelijk bloed.   De schijn hooghouden wordt belachelijk gemakkelijk maar het geknaag aan mijn persoonlijkheid neemt zulke proporties aan, het wordt terminaal hachelijk. Geraak ik hier nog heelhuids uit, kan ik de spreekwoordelijke sleutel nog bemachtigen die zich intern in mij bevindt,…naar verluid?! De machteloosheid die ik momenteel ervaar muteert zich langzamerhand in een levensbedreigend gevaar. Ze is bodemloos en jarenlang door zelf gecreëerde massaconsumptie gevoederd. Men vindt me betekenisloos, gestoord en verloederd. Terecht of onterecht maakt niet uit, het wordt toch door je eigen toedoen beslecht. Het is juist deze gedachte die je kraakt of maakt en juist daarom dat ik eraan verzaak.   Sociale contacten worden herleid tot digitale gespreken uitbulkend van zinloosheid, onpersoonlijkheid en liefst met een minimum aan tijd. Al wat ik hierbij voel is een opslorpende zee van spijt. De kracht ontbreekt me om te openbaren, telkens ik er aan denk verdwijn ik in een momentopname van klankloos staren.   “Een schim is wat nog rest van wie ik vroeger was. De schim is wat nog leeft achter mijn grimas. Zelf mijn schaduw zie ik langzaam maar zeker wegebben want waarom zou een zielloos individu het nodig hebben?”   Vannacht waande ik me op een onherbergzaam eiland met niks dan onguur gezelschap bemand. Een veelheid aan weggekwijnde menselijke onwaardigheid staat te popelen om mij de genadeslag toe te dienen louter om te ervaren hoe het voelt om averechts te moorden met als motief spijt en als alibi doelgerichte bewuste krankzinnigheid. Niet te vatten ‘Razernij’ opende de jacht op mijn miserabele en wankelende persoonlijkheid en was puur uit op het verminken en uiteindelijk scalperen van mijn eigenheid. Diezelfde nacht ontmoette ik een nerveus mannelijk gestalte. Hij deed me denken aan wielrenner op rust met een continue aanhoudend hoog epo gehalte. Daar stond hij dan aanstalten te maken om te praten met stotteren en beven over de zin – zin - zinvolheid of –loosheid, kweet het niet meer, van het werk en het leven. Ergens wist ik wel wat hij bedoelde maar ineens nam een dreiging alsof die zomaar kwam aanwaaien mij volledig in en overspoelde me met nooit voorheen ervaren afwisselende psychosegevoelens van euforie en doodsangst. Het was alsof ik achterna gezeten werd door iemand die ik door en door kende?!   Ik dacht bij mezelf wat een nonsens, tot ik een stekende pijn voelde in mijn ruggewelf. Ik bemerkte bloed op de grond, zakte door mijn knieën, keek in het rond EN DAAR STOND HIJ, DE MAN, DE INNERLIJKE STEM, DIEGENE DIE GELUID PRODUCEERT VIA MIJN MOND.     Als een bruusk natuurmachtig geraas voelde ik de doch enigszins aangename ademlucht van het einde in mijn nek maar ik vertik het los te laten, het laatste bewijs van leven, mijn finale zucht. Heb geen gevoel meer in mijn nek, word ik nu ingenomen door een nieuwe lichting, misschien word ik wel gek…   Implosie in mijn rijk gevulde fantasie archief. Explosie van mijn onaangepast gedachtegerief, uitend in een scherp kritisch, deels onsamenhangend, satirisch en absurd stellingbetoog. Alle emoties onderdrukt, bang voor de gevolgen, zie dat het mislukt… Rode striemen kleuren mijn hersenpan, de druk wordt ondraagbaar, ik voel me stilaan gedwongen meegetrokken worden in een achterban zonder waarden, visie en nog erger toekomstplan. Alles waar ik dacht voor te staan lijkt voorgoed gedaan…   De remedie is alom aanwezig en duidelijk zichtbaar maar ligt niet zomaar als vaste materie voor het grijpen. Het is als ontwaken midden in een droom, in het begin tastbaar als druppels regen en razendsnel weer stoom.   Oog in oog met jezelf staan, zien wat andere mensen werkelijk zien als ze voor jou staan. Aanvoelen wat ze denken, hun hypocriete manier van leven gebaseerd op sociaal materialisme en geestelijke bekrompenheid ondergaan omwille van status en willekeur duwt mij eerder in een levensvisie van waanzin dan voorgekauwde realiteitszin.   Zijn dit mijn persoonlijke, eigenhandige, onbeïnvloede uitspraken of heb ik zojuist enkel de definitie van paranoia en waanzin een bredere dimensie gegeven? Wat maakt het ook uit, ik heb mijn doel verwezenlijkt en duidelijk gemaakt dat ik verzot ben op onsamenhangendheid en al zijn negatieve connotaties…     “De rit vol contradicties en waargeachte ficties bereikt zijn eindstation en laat me achter als een pion in schaakmat, ontdaan van alles, wachtend op de doodsteek die telkens opnieuw wordt aangewakkerd door de geur van angstzweet en het geluid van een wanhoopskreet als een machete die al wat nog rest als de pest het onbezoedelde vlees wegvreet en mijn zelf vertrouwen in één kapbeweging wegsneed.”      

Frederick Carpenter
0 0

NARCIAVELLI

Als je me één ding niet kan verwijten is het wel een narcist of machiavellist te zijn. Je verwijt de ketel ook niet dat het vuur te warm staat, nee ik ben beide en ja ik weet dat dat helaas veel samen voorkomt maar de meesten weten het kind geen naam noch onderdak te geven. Nou ik heb er zo een stuk of tien rondhuppelen, mini versies van mijn fictieve ik of fictieve mini's van mijn ego...  Ergo het is geen schande zo te zijn maar het is lastig in handelen met inferieure soortgenoten. Al zien ze mij als veel verhaal en lawaai, een herrieschopper met veel kabaal zonder inhoud doel of moraal en door die gedachten in te prenten maak ik mijn antisociaal gedrag als een mijlpaal eens hun onthaal te enteren. Als een Trojaanse ezel of een virale bug maak ik intrede in ieders zwakke opperhuid als een malariamug. Ok ik gedraag me weer te theatraal of er zitten te veel geredde koeien in mijn verhaal maar dit is mijn taal, de narciavellistische graal van de taal.  Ik verschil op dat vlak van voorlopers zoals Adolf of Pott of Jobs dat ik niet de memoires van de historie haal en daar zit het grote verschil. Ik heb geen doden of vijanden op mijn geweten of toch geen noemenswaardige. Aan de oppervlakte hoor ik wel eens emotieloze zak de revue passeren maar mezelf zijnde vind ik dat geen schande, het is een op maat gemaakt masker voor wat erachter verscholen zit: : “een monster van een criticaster” met een grofgebekte muil vol smaad en laster maar de intrinsieke domheid of wijsheid dat ze het zelf een naam geven weet niet wat op til is of in hun achtertuin begraven ligt. En laat die nevelwolk maar ontoegankelijk en ontransparant zijn en zo blijven. Genoeg gezeverd en luchtzakken verkocht, er staat blijkbaar een vervaldatum op dat gedrag toen het nog ongekend was en onbeschreven mocht. Men spiegelt ons af als heel innemend en ophemelend naar andere mensen of doelwitten toe in beginne maar het is altijd gestoeld op het achterliggende doel en grof gezegd uit zich dat via doelmatig dwangmatig gedrag door middel van manipulatie, triangulatie en uiteindelijk verwarrende destructie van iedereen die in narciavellistische wateren pootje baadt en uiteindelijk steen per steen de decompositie van zijn eigen levensconstructie aanschouwt.  Zo beschrijft men beknopt ons anti empathisme als een gebrek vol van wereldvreemd psychopathisch doen en denken nietwaar meneer euhhh ik weet uw onbelangrijke naam niet meer. Maar ik ben van nature heel suggestief en alles wat u schrijft zegt of doet neem ik me graag tot lief . Als je jezelf herkent of meent te ontdekken vol loos draaiende vijzen en schroeven ben ik blij -wat zeg ik- is mijn brein blij bij het horen van mijn aangeboren troeven en hoe die te klasseren als een hypochondere, hypomane depressieve stoornis in een kamertje het hokje in het DSM hoekje, slechts een personage zijnde uit een boekje. Waar we allemaal wel ergens in passen. Ben je fobisch of panisch of hoor je dingen die er niet zijn, noemt men je paranoïde of zie je complotten die je sociaal functioneren of poppekastspelen boycotten, laat het gewoon niet aan de oppervlakte komen en omarm het duistere bos tussen de bomen. Word je er gek van? Verneuk het niet voor iedere DSMer man, klim in de spreekwoordelijke boom hang je op en breek je nek dan. Een gevaar voor de huidige stratosfeer, Weet je wat me bezighoudt? Heb ik liever veel te warm of veel te koud. Ik verkies de koude boven de warmte. Ik verkies de drukte boven de kalmte. Is er leven na de dood, ziet het zwart of donkerrood? Is het leegte of lucide? Heb je nog een bewustzijn of ben je bewust niet meer te zijn. Is er bier of is er wijn? En hoe dik is daar de lijn tussen weten en vergeten.  Wat is het doel van onze existentie. Wat is onze inbreng, ons intentie. Wat mogen we nog wensen van het menselijk bestaan. Ik weet niet meer waar in of uit te gaan.  Op de normen van het heden is waar ik veelvuldig op stuit. Men zit op mijn kap men zit me op de huid. Ik weet niet meer waar ik kan ventileren hoe je het draaien moogt of keren. Ik zal het nooit weten af te leren op andermans zijn kap te teren.  Mesosfeer en wereldbeheer? Eerder de instandhouding. Zonder dat boek en stigmatiserend aspect van weleer zitten de zotten binnen vast en de ene die ontsnapt heeft de hele bevolkingsgroep vergast. Terwijl men met vinger wijzend roept van hoog in de mast en alles steekt op persoonlijke bagage en sociaal vangnet gooien zij de netten uit waar men zelf het schuim der aarde opkuist en hun eigen mankementen neerpent op perkament en doorgeeft in de veilige handen van de flappentappen en kwakzalvers en homeopathische sociopaten en pillendraaiers, zij die in onze wereld triomferen als autoriteit : de zelf gegenereerde giganten en de mens ziet als zijn trouwe trawanten.  Als je hierdoor ziet en ageert ben je een lucide fantast of leef je met je hoofd in de nevelwolken tot die rook is verdwenen en de pillen hebben geholpen bij het afstompen van je lange tenen. Gelukkig dat mensen zoals mij maar wat gedachteweverij verkopen en zelf niet de achterliggende sociale zelf toegebrachte kernramp zien of inzien anders was het hek helemaal van de dam en was mijn en onzer leven niets nul nihil meer waard en zagen we in dat enkel wat ons bindt verbondenheid, sociale banden en relaties zijn en dat we door die aan te gaan soms gelukkig dan weer neerslachtig zijn. Dat is alles wat ons bindt en alles wat we kwijt zijn bij het bezoek van Magere Hein. Samen zitten we aan tafel en wachten we op antwoorden die verteld worden voorzien van wodka en sloten wijn omdat we toch niet meer ZIJN en dus niet meer hoeven te denken en herinneringen op korsakoviaanse wijze verdrinken en zwelgen of voor de ontbindende of verasten rond dwalend lopen te stinken en voet bij stuk zijn verloren noch weten te zijn geboren    

Frederick Carpenter
0 0

In the night

Het is veel te lang geleden dat ik nog eens iets heb geschreven. En juist vroeger vormde dat de basis van mijn leven.  Ik ben mijn laatste kaarten aan het verspelen bij mijn beste maten. Ik heb meer en meer het gevoel dat ook zij me gaan verlaten. En ik kan ze der niet om haten. Ze zijn er altijd maar weer door dun en dik voor me geweest. Vroeger hadden ze wellicht nog het idee dat alles peis en vree zou zijn gekomen. Maar ook dat laatste greintje hoop heb ik ze nogmaals weer eens ontnomen. Het was even bekomen deze morgen toen ik van beide op Whatsapp het verwijt kreeg van een zelfingenomen zak te zijn. Dat ik enkel maar bezig ben met mezelf. En ja het heeft eventjes moeten binnendringen en is eventjes binnengekomen maar niet voor lang. Ik ben wederom weggevlucht in mijn acrobatische dromen.  Ik wentel me in zo onnoembaar veel bochten en kronkels dat ik me haast een slang voel die zijn eigen staart zit af te kauwen. Deze morgen ging ik achter mijn medicatie, want mijn zelfbeschikkingsrecht ben ik onherroepelijk reeds lang verloren, en ik voelde me o zo hopeloos ontredderd. Ik keek naar de gebouwen terwijl ik naar de farmacie kuierde en luierde en hoe mensen toch die moed en kunde aan de dijk hebben weten te leggen om in hun korte vakantie hier op aarde er toch iets moois van wisten te maken. En zo blijven zij ergens ook voor altijd wel ergens bestaan. En ik ? Ik ben daar los aan het voorbij gaan. Geen ambitie, ik walg van repetitie terwijl mijn dagen gevuld worden door maar één ding. Het wachten en verachten van zij die me ook maar even van de pijn weten te verlichten. En de laatste jaren komt dat zootje ongeregeld alsmaar frequenter op mijn pad zonder dat ik vroeger er ook maar iets mee had. Waarschijnlijk bevinden ze zich in dezelfde spiraal van levensonwaardigheid en vervuilde moraal. We delen zeker weten hetzelfde verhaal. Een van klaagzang en schandaal. Ik kan misschien nog zo duizend jaar meegaan of ik word niet meer wakker deze nacht als ik al slaap vat uiteraard. En ja ik ben het zat om de straatkat weer eens uit te hangen en tekort doen aan mijn eigen verlangen. Het schaamrood staat op mijn wangen, geloof me als ik weer eens de dagelijkse wandeling afleg naar de Pakistaan om de hoek. Maar dat is andere koek. Wat kan het me gestolen worden wat ze denken van een mannelijk individu van de veertig gepasseerd en nog steeds onder moederlijk dak woont. En ik zie me hier nog niet direct weg zijn ook. We zijn vandaag de zestiende van de maand en wederom kan ik mijn rekeningen niet meer betalen of mijn broodnodige meds. Maar zijn ze wel zo nodig? Sinds ik die middeltjes heb leren kennen is mijn leven blijven staan in stilstand. Dat ene euforische momentje en mijn molentje dat op overdrive raast voor een uurtje en dan een abyss achterlaat aan zwarte leegte de overige 23 uur per dag. Want slapen is me ook al lang niet meer gegeven. Als ik de gegevens van mijn smartwatch mag geloven slaap ik geen 3u per nacht meer en ga ik maximum een half uurtje in diepe REM slaap. De amfetamines dienen om mij door de dag te helpen en hebben terzelfdertijd het averechts effect mijn slaap in te trekken .

Frederick Carpenter
0 0

FRE

Fre doet dees shit al te lang. Fre is van niks of niets bang. Fre haalt een kilo energie uit een gram. Hij beweert dat hij uit het niets zomaar kwam. Zonder te zeggen van wie hij afstamt. Alles voelt koud niets heeft er warm. Hij is ongevaarlijk hij is geen harm. In de storm bepaalt hij de norm. Hij is in mescal veelal de worm. Bezopen op de bodem van de mescal spuwt zijn haat kotst hij zijn gal. Hij verlegt grenzen hij maakt de wensen van de bevolking van alle mensen. In het verleden bracht hij velen van het heden aan het gieren en het grollen aan het schateren enkel bij het aanhoren van de gebeden van zij die zich schamen en dat beamen. Fre waadt zich door ondiepe wateren en kent de namen, zij zullen beamen van zij die zich weg steken in vuile kreken en vervuilde beken. Daar zitten ze te wachten en zich te weken in de drek wachtend op een zwak slachtoffer met deprimerend en mensontrende trek. Het kwijl staat hen op de lippen ook maar bij het gedacht van een dode entitieit eens hard te wippen. Ik heb veel contact met dat soort dat volledig welwillend is gestoord. Maar volgens hen is het zo dat het hoort. Het is gewoon anders verwoord ze balanceren aan de andere kant van de koord. Stoort zich aan niemand of niemand want ze zijn van nature gestoord. Ik weet het klinkt smerig en van de pot gerukt maar ze houden voet bij stuk want dat is de basis van hun geluk. Het is niet verkeerd, wat wel wordt beweerd maar tis maar hoe je het draait of hoe je het keert. Fre moet hier weg zo heeft hij gezegd want er wordt hem te veel in zijn weg gelegd. Fre speelt liever de baas nimmer de knecht is liever slecht slechter dan slecht. Wat hij ook doet wat hij ook zegt tis bijna nooit door theses ondergelegd. In de regen in de drop altijd een koord dan weer een strop dat rond zijn keel bengelend hangt een keer naar links dan weer naar rechts altijd oprecht dan averechts. Nooit meer de koning in het openbare zal hij ze vinden zijn echte ware. Fre zit veelvuldig te staren kan zelden zijn koelte bewaren. Fre heeft gelukkig nog al zijn haren en die die uitvallen probeert hij te bewaren. Alarmerend de situatie omkerend langs de rotonde schurend en snerpend. De realiteit steeds maar verwerpen ook al ist maar om zijn onvrede ergens te uiten. Blijft Fre maar steeds op onbegrip stuiten. Fre is voorspelbaar, Fre is vervangbaar steeds weer hoogmoedig en vaak stoutmoedig. Schopt altijd keet in eigen roedel. Vernielt weer zijn huurhuis en zijn inboedel. Fre wilt een hond maar zeker geen poedel. Hij wou een flapoor heeft hij gekregen zonder de verantwoordelijkheid in acht te nemen. Je zou hem toch die 4voeter afnemen tot hij zichzelf weet te hernemen. Fre is apathisch kan om niks wenen. Zijn er emoties neemt hij de benen. Laat hem toch niks van jouw bezit lenen. Fre bouwt zijn huis uit kiezelstenen en alst er op aankomt is hij verdwenen. Je kunt niets aanvangen door zijn dwangmatige psychotisch verlangen om andere mensen de kast op te jagen want dat is Fre zijn gebaar van behagen. Hoe kan een mens zich zo toch hard verlagen en zich aan zulk menig schandaal met ware toedracht bedachtzaam te wagen. Mythes, parabels en oud vergeten, grimmige sages vormen de basis van zijn doen en laten. Fre is spoorloos wederom tragisch soms nog eens soms nog amper hilarisch maar dat zijn slecht fases die vroeger in vlagen in veelvoud op kwamen dagen. Vroeger hoorde je mij zelden amper zagen en klagen. Nu is de spitsvondige Fre nog maar een blamage een zielig hommage aan hoe snel iemand zijn kan dan weer een trage. Fre dacht van zichzelf een rage te zijn nu is hij dat mannetje vol pijn en piepklein. Maar Fre kan zijn zeker zijn oude zelf weer zijn als hij verstek laat van al dat venijn. Fre drinkt nog wel wijn maar enkel voor het toonbeeld van kennis en klasse het ophouden van eeuwige schijn. Hij loopt op en naast de lijn maar Fre weet zich weg te houden van de marge want daar in wonen is niet echt meer dan een karikatuur een farce. Zijn face is weer klaar zijn stem niet meer hees. Fre zijn blik was lang verdwaasd en zijn animo was steeds onrustig en constant gehaast omdat oude dode mensen en kleine meisjes lijkwit aan de veranda buitenkant binnen keken aan de wand die ik zag gluren in mijn ooghoek en in mijn ziel binnenkeken zonder hun ongenoegen weg te steken. Egocentrische vuile zak, zijn schrijfsels die zijn wak, tis ordinair en platte lak maar het deert me niet, ik heb er lak aan. Het is mijn bestaan, mijn gedachten, mijn grootheidswaan. Ik ben en zwarte zwaan met veel witte plekken en begin maar amaal mijn….af te lekken 

Frederick Carpenter
0 0

Damp

Ik weet niet meer hoe ik me vroeger voelde. Weet wel dat ik het nooit slecht bedoelde. Maar tot overmaat van ramp spendeer ik mijn tijd beneveld en in damp. Ik kamp met zware mentale problemen die me een toekomstvisie ontnemen. Doortastend godslasterig twijfel ik aan alles wat op mijn pad komt. Mijn maag gromt en maakt protest. Ik mag eten niet vergeten. Hoe het kind ook mag gaan heten, wel Joost mag het weten. Dood wordt duidelijker door bloeddoorlopen ogen gezien. Mijn denken en haar impact lijkt miniem. Ik voel mezelf niet meer intiem noch naar anderen noch naar mezelf. Ik ben een eeuwenoud gotisch gewelf dat kraakt en puft onder zijn gewicht. Er is enkel duisternis geen licht. Mijn gezicht is een façade, mijn levensloop een escapade. De soundtrack van mijn leven is een treurige ballade op de achtergrond waar tijd weer eens stil stond. In de lift van het leven lijkt ook zij er de brui aan te geven. Ik sta vast op min één. Ondergronds, binnensmonds, op de tast op de dool die zich als een last diep vanbinnen weer verschool. Eenzaam zijn, mijn venijn schrijf ik woorden voor de gein. I write in shadows, think in shades. Without colours without grades. Reeds bezopen in de morgen even leven zonder zorgen. Denkend aan hoe alles had kunnen zijn doe ik best meer water bij de wijn. Digitale media als een sepia filter op mijn retina. Iedereen lijkt zo blij, vervaardigd uit dezelfde klei. Als tien koeien in een wei, geen individu maar enkel wij. Zo onpersoonlijk en zo lelijk alles en iedereen zo gelijk. Maar ikzelf geef ook geen blijk iets heel anders te kunnen zijn. De discrepantie tussen leven en geleefd worden kent zijn hoogtepunt. Het is een alomvattende entiteit met een zee aan tijd of zo lijkt het toch. Met dat in gedachten ben ik onderhevig aant minachten van de werkelijke krachten die van ons leven een beleven maakt waar ik vaak weer aan verzaak. Nimmer is het ook mijn taak om tot ieder zijn vermaak de clown weer uit te hangen en tekort doen aan mijn verdomde eigen verlangen. Ik schuif aan bij het buffet van middelmaat in een sfeer van walging en haat waar ik weer de draad verloor en wederom totaal ontspoor.  Deze rijmwedstrijd heeft weinig waarde en inhoud maar weerhoudt me van te niksen en wat toxisch materiaal te fiksen. Listig kan ik worden als het draait om het verzorgen van mijn eigenheid en lichaam maar ik ben niet meer bekwaam omdat ik jaren niet meer functioneer werkzaam ben en de leegte in mijn leven wordt gevoederd door mezelf.  Keer de situatie om zegt men luidop van de regen in de drop. Wel ik krijg er krop van in mijn keel omdat ik me zo hard verveel.  Bliksem en onweer maken me kalm en sereen, weten doe ik van wanten innerlijk ben ik van steen. Van geen kanten weet ik me te gedragen evenmin andere mensen te behagen. Mijn leven zit vol manische vlagen en hoogtes en laagtes. Net zoals bij iedereen waarschijnlijk maar ik geef kennelijk geen blijk als het om emoties gaat en in ondiepe paadjes waad. Raad maar eens waar ik me in verdiep en hoe mijn leven weer verliep.  Zonder manieren zie je me de decadentie vieren en veelvuldig luidkeels tieren en gieren. Veel lawaai op de decibel schaal. Veel kabaal in mijn levensverhaal. Ik spreek een eigen taal die niemand verstaat maar dat is hoe mijn levensloop gaat. Ik weet me geen raad hoe ik in het gareel moet lopen evenmin hoe ik aannemelijkheid kan kopen.  Miserie, dysenterie, euforisch, identiek, fanatiek, ludiek, excentriek, retoriek zijn wat mij als eigenschappen toegeschreven worden. Ik smul uit porseleinen borden vol rijstpap of een kant en klare hap. Op zijn systeem op zijn kap. Van de tegel naar de trap en niemand ook maar niemand die het snapt.  Tot ik jou tegenkwam was ik een giftige vliegenzwam. Nu voel ik me teder en wat warmer totaal niet meer zo hard als marmer. Karma is me niet gelegen, mijn leven is geen zegen. Veel cultuur heb ik niet meegekregen. Alles heb ik zelf gesmeden ik weet amper hoe ik heet maak veel herrie schop veel keet. Zonder inbreng in mijn toekomst is mijn impact heel beperkt word ik in mijn eenzaamheid versterkt. Ik weet begot niet hoe het werkt. Wil weg van te wonen onder de koepel en de kerk. Op mijn grafzerk mag er staan hoe het fout is gegaan. Leven doe ik in de waan, laten leven niet bestaan. Laat me zijn laat me begaan...

Frederick Carpenter
0 0

Sterrenstof

Enigszins ben ik de hoofdrolspeler in mijn eigen drama anderzijds mis ik de teksten om in te studeren. Het kan snel verkeren in de wet van het leven, overgegeven aan maatschappelijk streven en het beste van jezelf te geven.  De mierenest in ons bestaan is niet meer dan conditionering. Negen tot vijf en de dag zit erop om…dan weer uitgeblust thuis te komen en genieten van de paar uurtjes vrijheid die de klok voorbij hollen. En hup het is weer acht uur s'morgens. Opstaan, douchen en terug naar het bedrijf om steeds hetzelfde te doen. Het geeft geen voldoening, geen soelaas. De uren glijden voorbij in een waas.  Het is lang geleden dat ik de handen nog eens uit mijn mouwen heb gestoken Ik mis een doel in mijn leven, ik wil er weer zingeving aan geven.  Maar de medische arts heeft me psychisch afgekeurd. Echt waar gebeurd! Tergend traag gaan de wijzers van de klok en het werk schiet niet op terwijl ik volop presteer ben ik veeleer een machine die routine in het vaandel draagt. De dag is bijna weer beëindigd. Uitkijkend naar het weekend maar tis pas dinsdag. Maar ik ben van het gedacht alles mag dus ik ga mijn brein verwennen. Efkes een out of realiteit moment, op vakantie in mijn hoofd. Zo heb ik het mezelf beloofd. Thuis komen, pasta opwarmen, whisky als apéro, eentje, twee, drie. Eventjes mijn werk vergeten en sink into oblivion. Het mooiste moment van heel de dag.  Ik heb het verdiend. Ik bel een vriend om een diepe conversatie te voeren over het leven en de zin ervan en waar onze plek is in dit groot reuze bordspel. Ik kwel me met doemgedachten en geloof niet in hogere machten.  Ik moet positiever beginnen te denken en illusoire ideeën achterwege laten. Meer aandacht schenken aan mijn echte eigen maten.   Ik ga mijn lijden wat verzachten met Eddie Izzard op de achtergrond. Ik begin stilletjes aan wat te lachen. Geniet van dit moment en hou dit gevoel deze emotie aan tot ze bij jou is ingeprent. Weten waar je bent en een realiteit die ik kan voelen en aanraken. Me thuis voelen. Mijn animo doen bekoelen als ik weer de manische toer ben op aan het gaan. Maar die bom van energie geeft me ergens synergie en verbondenheid met het uur op dit moment. Wat wij kennen onder het mom van tijd.  Wie heeft er de zandloper in gang gezet en omgedraaid in een neerwaartse spiraal. We zijn feitelijk iedere dag aan het sterven. Terwijl we bonuspunten verwerven door de sociale & financiële ladder op te klimmen en er eigenlijk op status en allure niks bij winnen.  Maak het je naar je zin, en als je geluk hebt vind je ergens wat intiem bemin binnen heel deze larie en onzin. Doe wat cultuur op, verdiep je in binnaurale beats. Feest alsof het je laatste dag is geweest. Lees een boek godvoordomme, probeer je talenten te unlocken en je geld doen rollen want het is een maatschappelijke gecreëerde onrechtmatige constructie die zo hol is as een leeg glas vol. Kom eens hoorndol bij de intrinsieke domheid van de bekrompen mens. Spreek luidop en duidelijk. Stel je op in het openbaar schreeuw het van je af en maak een wens. Vervul je noden, fuck die tien geboden! Schop tegen schenen, Vertrappel de tenen. Begin van opluchting en catharsis eens lekker een potje te janken te wenen. Heb je geen geld ga dan lenen. Als de schuldeisers komen neem je de benen. Het is hier louter maar een spelletje Monopoly. Het vergif in onze maatschappij, greed hebzucht en ontucht. Van kinderen moet je blijven. Luister naar wat hen bezighoudt en wat laat ze koud. Het zijn de keizers en kiezers van de toekomst die bepalen wat op je oude dag je toekomt. Heb je luxe en affectie een goede babbel een connectie. Of ben je zeker dat je voor je oude dag simpelweg omkomt en kruipend en slenterend gedoemd bent en verwond.  Niemand die je uitvaart heeft vermaard of bezig is met het tekenen van jouw necronomicon, het Boek Des Doods, die betaalt voor de Styx die je afvaart in kaart brengt en je bestaan hier even verlengt en twee geldstukken op je oogleden legt en al fluisterend tegen je zegt : “Dit is het einde van de rit” WE ARE ALL JUST STARDUST IN CASE YOU FORGOT...

Frederick Carpenter
0 0