meer nacht
weer meer nacht, was ik, doorschudde mijn lijf
onhebbelijke hield me vast, niet nacht wilde ik
niet staan in zijn aarde, alhoewel pracht aantrok
er was duistere en zijn mysterie, sleurde mee
me sluw doorheen zijn uren, nacht schreef voor
slapeloze onrust, hellere blik, zijn ogen duwden
me tot zijn klif, red jezelf, riep hij nog, vlieg en
proef me, mijn kind, wees dankbaar om mijn spel
anders ben ik, rest niet van tel, mijn uren turen
waken over je dromen, vandaag komt je niets toe
er is uitdaging, mijn duw, grijp me vast en raak
gewaar en vertrouw me, in verzet kom je nergens
ik wist niet wat doen, keek naar muren en venster
wilde nacht verkopen die schop, soelaas grijpen
tussen meer laken en deken, warmere antwoorden
maar enkel kou vatte me, aantrekken kleren redde
mezelf weer voelen, die klif zei me niks, licht aan
zou nacht zich wel terugtrekken, dacht ik nog ras
af strompelde ik de trap, de stilte aantuurde me
voor koffie leek het te vroeg, duistere uitstak ogen
niets te verzetten had ik er, trap proefde mijn zucht
het licht liet ik branden, beetje stok achter de deur
wilde ik zeggen, maar nacht luisterde noch keek
en gooide me van klif, geen droom raakte ik nog