ik zit in de werk kamer, binnen waar alles stil is
ik moet mijn werk durven menen nog voor het te laat is
daarom, doe ik dat
ze komen me halen, denkt de paranoia in mij
tot dusver zijn ze me echter nog nooit komen halen
ook niet omdat ik een goed dichter zou kunnen zijn
en dat dat een gevaar voor de samenleving betekent
is een understatement
stel je een goed gedicht voor
maar dan waanzinnig beschikbaar gemaakt voor de lezer
zo’n gedicht dat zich naar binnen keert, en kan worden begrepen
wie weet wat echte introspectie kan veroorzaken
ik moet
meer uren kloppen
meer poëzie tijdens die uren zoeken én vinden
deze poëzie leren verdragen en naar buiten sturen
want poëzie is maar al te vaak cringe om nogal poëtische redenen
het mechanisme is het genre
en dat genre is als een spiegel voor mijn boodschap
luid verkondigd en druk bezig met zichzelf
dit is mijn gedicht
zo ken ik hem
erken al uw problemen
laat de problemen echter nooit de bovenhand nemen
schrijf dat je aan het stuur staat
zo nu en dan sta ik ook daadwerkelijk aan het stuur
en dat ik nu zwijg of schrijf
betekenis gaat er altijd verloren
zo ook nu