De bel gaat. Het is kuria Maria, mevrouw Maria. Zo wordt onze buurvrouw van een flink eind in de tachtig eerbiedig door iedereen aangesproken. Ze begroet me, neemt mijn hand en trekt me naar zich toe voor twee klappende zoenen en een knuffel. Ik word blij van haar hartelijkheid en stort me in haar armen. Ze houdt me zeker twee minuten vast. Dat ze blij is me te zien, roept ze. Als ik me uiteindelijk heb losgemaakt, duwt ze een bord met gevulde courgettes in mijn handen. Ze verklaart dat ze gisteren geen zin had om te koken, maar het toch had gedaan.
Zo gaat het elke keer als ik in ons appartementje in Athene aankom. Mevrouw Maria veinst dat ze voor zichzelf heeft gekookt en veel te veel maakte. Ik weet dat ze dat stiekem voor mij heeft gedaan. De traditie wil dat je het bord nooit leeg teruggeeft. Je zorgt voor iets lekkers, het liefst zelfgemaakt. Ik voorzie mevrouw Maria dan van perzikencake of cheesecake met citroen.
Ik houd van dit gebruik dat vooral bij de oudere generatie nog leeft en bedenk hoe fijn het zou zijn als het ook in België zou bestaan.