Mieren voor de gier

2 jan 2025 · 4 keer gelezen · 0 keer geliket

Met haar altijd erotische lippen eet Lolita brood.

Dat gebeurt bijna dagelijks. Ik wacht steeds tot die eerste beet.

Ik roer nimmer suiker door mijn koffie. Alvorens zij die hap heeft doorgeslikt.

De krant is van papier. De gier zit op de nok van het dak. De mier verschuilt zich in de menigte.

Dergelijke evidenties. Neen. Ik schrijf ze nergens op. Ik ben immers niet zot. Dat weet de verse dageraad.

Lolita glimlacht. Omdat zij wonder boven wonder mijn gedachten lezen kan.

De gier hij lust ze allemaal. Ze kunnen zich slechts tijdelijk verstoppen in een spleetje smaller dan zijn nek. In een holte dieper dan zijn snavel.

Wij weten dat het nonsens is. Ons leven. Deze wereld. Een gier die zich met mieren voedt.

Ik lees het papier. Terwijl Lolita doorbijt verdereet.

Hier staat het, in De Standaard.

Zelfs de trouwste vogelsoorten gaan uit elkaar wanneer de temperatuur stijgt.

Ik lees deze kop zowaar luidop terwijl haar keel aanstalten maakt. Om nog eens te slikken.

Bij dergelijke rampberichten. Is aarzeling niet aan de orde.

Ik sta op. Ik zet de thermostaat wat lager. Ik wrijf over haar linker schouder omdat zij altijd. Met de linkerhand haar kopje grijpt.

Zij drinkt zwart. Zij glimlacht.

Hoe moet het dan verder? Als de lente komt. De bodem opnieuw warmte krijgt. Wanneer de zomer zich weer zonder schaamte meldt.

Wij spreken altijd schoon tegen elkander. Wij vegen mieren op. Wij zetten ze buiten en wanneer wij kip eten. Dan is de karkas voor de gier op het dak.

Bovendien schamen wij ons zelden. U moogt dat gerust weten. Lolita en ik. Wij zijn van de vogelende soort.

Achteraf liggen wij altijd hand in hand. We staren dan naar het plafond. Naar de sterrenbeelden die ik daar geschilderd heb. 

Dat beweer ik toch en wij denken nooit terug aan het gevogelde. Luisteren enkel naar de mus. Die één vleugel strekken onder de Boomse pannen.

Ik zeg haar dat ik het ook niet weet. Hoe het verder moet. Of dat koppeltje zwaluwen nog terugkeert. Hoe wreed de opwarming tekeer zal gaan.

We blijven liggen. Hand in hand. Het vel. Het is volkomen naakt en wij slapen. Op een rug die ons verdraagt. Terwijl een wolfspin stil het koude glas betreedt. Ons hart een ritme vindt. Dat ons nog even leven laat.

 

uit de reeks 'Residu'

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

2 jan 2025 · 4 keer gelezen · 0 keer geliket