toen frieten
nog niet eens bestonden
dacht de aardappelloze
bloos, mijn schat
gelijk een ochtendstond
die rood niet lossen wil
ik luister soms
naar dingen die zo oer
zo oud zijn als de zon
of minder
ja, doe maar mayonaise
een vorkje hoef ik niet
het verdriet
die scheve horizonten
zet je op mijn schoot
toen frieten
nog niet eens bestonden
zo klinkt de wereld nu
stokoud en beroerd
gelijk een uitzichtloze
draait de wereld dol
ik dop voor jou
mijn pink in elke saus
je kont is lekker warm
terwijl de lijken
nog eens geeuwen
zucht de mensenklucht
ik hoor het niet
hoe deze eeuw vergaat
ik ben gestopt voor jou
hier in dit frietkot
bij mijn vriend
beeld ik me in
dat
jij mij echt
en zelfs het
zout verstaat
uit de reeks 'Alfred Frietkabouter'