We bewegen zonder zicht
Door het grijs van de dag.
Koud is het ook nog.
De winter nadert niet alleen
Hij lijkt al aangebroken.
Maar we klappen niet dicht,
Komen nog buiten al bewegen we traag.
We komen bijeen,
Dat is zo afgesproken.
Wij bewegen zonder veel zicht
Door het grijs van de dag.
Koud is het ook nog.
De winter nadert niet alleen
Hij lijkt al aangebroken.
Maar wij gebruiken het licht
Dat in ons huist,
Dat ons verwarmt.
Zodat zelfs een koude mistige winterdag
Ons uiteindelijk omarmd.