Molenwiekend zwierde hij de tablet hoog boven zijn hoofd.
Het spelletje was verloren.
In een zucht loste het kleinood zijn handen
en kliefde door de lucht
Toen het scherm in duizend stukken brak
brak zijn woede
brak mijn hart
brak een sprookje
Niet langer kon ik denken
dat de geest van genetische kwaadheid
bij mij zijn finale station had bereikt
Het monster ploetert door
en slaat genadeloos
toe.
Telkens weer.